Download dit artikel als PDF 20 oktober 2016

Achterstallige pensioenpremies voor rekening van Koper

Op 14 oktober 2016 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen voor de overnamepraktijk. Hij oordeelde dat een bedrijfstakpensioenfonds een eigen aanspraak heeft op de Koper (na een overname van een bedrijf) op door de Verkoper niet betaalde pensioenpremies die zien op de periode vóór de transactie. Wat was er aan de hand?

Casus
GOM Schoonhouden B.V. (GOM) heeft in 2008 een tweetal vennootschappen (VBG) overgenomen. Zowel VBG als GOM zijn ondernemingen waarvoor deelneming van de werknemers in het bedrijfstakpensioenfonds (BPF) wettelijk verplicht is gesteld. VBG heeft in de periode voor de overgang van onderneming een bedrag van bijna twee miljoen (!) euro aan pensioenpremies onbetaald gelaten. Bij de overgang van onderneming zijn de werknemers van VBG naar GOM overgegaan waarna VBG is gefailleerd. Het pensioenfonds heeft GOM aangesproken voor achterstallige pensioenpremies voor de werknemers.

GOM heeft de rechter verzocht te verklaren dat zij niet gehouden is de achterstallige pensioenpremies (tot het moment van de overname) te betalen. De rechtbank heeft het verzoek van GOM afgewezen. In hoger beroep heeft ook het Hof in het nadeel van GOM geoordeeld. De Hoge Raad heeft het beroep van GOM eveneens verworpen. Onder verwijzing naar internationale regelgeving en de Nederlandse wetsgeschiedenis ter zake van overgang van onderneming en pensioen stelt de Hoge Raad het volgende. In het geval waarin de Verkoper en de Koper beiden verplicht deelnemen in hetzelfde bedrijfstakpensioenfonds (zoals in het onderhavige geval), moeten de verplichtingen van de werkgever die voortvloeien uit verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds worden aangemerkt als verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst. En verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst gaan over van de Verkoper op de Koper. Ook schulden uit hoofde van pensioenpremie die zijn ontstaan vóór de overgang gaan over op de Koper. Een redelijke en wenselijke uitleg van de wet brengt ook met zich mee dat het pensioenfonds een eigen recht verkrijgt jegens de Koper tot inning van de achterstallige pensioenpremies, aldus de Hoge Raad.

Opmerkelijk
De uitspraak van de Hoge Raad is naar mijn mening opmerkelijk. In geval van overgang van onderneming gaan alle rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst over van Verkoper op de Koper. De werknemer heeft inderdaad het recht om verplichtingen van een werkgever te kunnen afdwingen, ook verplichtingen van voor de overgang. De werknemers hadden in deze geen (direct) belang bij een procedure tegen de Koper. Zij hielden gewoon hun aanspraken op het pensioenfonds. Nergens staat vermeld dat een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds ook een zelfstandig vorderingsrecht heeft. De wetsgeschiedenis geeft inderdaad wel aanknopingspunten te veronderstellen dat schulden uit hoofde van pensioenpremie die zijn ontstaan voor de overgang overgaan op de Koper. Maar de uitleg van de wet ten aanzien van een zelfstandig vorderingsrecht van het bedrijfstakpensioenfonds lijkt wat gezocht.

Wellicht heeft in deze zaak meegespeeld dat in de koopovereenkomst bij het bepalen van de koopprijs al rekening gehouden is met een pensioenachterstand (hoewel de hoogte van de pensioenachterstand niet bekend was bij GOM ten tijde van het sluiten van de overeenkomst). En VBG is na het sluiten van de koopovereenkomst gefailleerd. Indirect lopen de werknemers overigens wel een risico. Betaling vanuit het pensioenfonds zullen ze wel ontvangen, of de premies nu zijn afgedragen of niet. Maar als het pensioenpotje niet wordt aangevuld, kan er uiteindelijk aan geen enkele werknemer een (volledige) uitkering worden gedaan.

Denk aan Pensioen!
Helaas krijgt het pensioen bij de verkoop van een onderneming niet altijd de aandacht die het nodig heeft. Pensioenpremieachterstanden kunnen zeer hoog oplopen. Als Koper doet u er dan ook verstandig aan het punt van de (eventueel achterstallige) pensioenpremies goed te onderzoeken en contractueel te regelen. De koper kan voor de overname (bijvoorbeeld in het kader van een due dilligence-onderzoek) bedingen dat een opgave van de pensioenuitvoerder over het bestaan en de omvang van een (eventuele) premieachterstand wordt verstrekt. Met deze opgave kunt u dan bij de onderhandelingen met de Verkoper over de overeenkomst rekening houden.


Wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met één van onze specialisten van de sectie Arbeid & Medezeggenschap.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).