Download dit artikel als PDF 20 juli 2015

Gemeente Oss moet hoger bedrag pgb uitkeren

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is vaak onderwerp van discussie. Zie hiervoor onder andere VIL blog 1 & VIL blog 2. Met name haalt ‘de huishoudelijke hulp’ veelvuldig het nieuws. Vakblad Binnenlands Bestuur concludeerde bijvoorbeeld op basis van onderzoek, dat het stopzetten of versoberen van huishoudelijke hulp in veel gemeentes heeft geleid tot een stortvloed aan bezwaarschriften. Zo had een inwoonster van de gemeente Oss bezwaar gemaakt tegen de stapsgewijze verlaging van haar persoonsgebonden budget (pgb). Na een ongegrondverklaring van haar bezwaar door de gemeente, legde zij de zaak voor aan de rechter. Deze kwam haar wel tegemoet (ECLI:NL:RBOBR:2015:3498).

Wat was er aan de hand?
De betreffende mevrouw had sinds november 2010 een indicatie voor 4 uur hulp bij het huishouden per week. Ze had namelijk hulp nodig bij licht en zwaar huishoudelijk werk, de was en strijken. Hiervoor ontving ze een pgb van € 252,15 bruto per vier weken. Met dit budget kon ze de noodzakelijke hulp inkopen. Op 7 april 2014 nam de gemeente echter het besluit om het pgb budget vanaf 14 juli 2014 stapsgewijs af te bouwen tot een bedrag van € 155,77 bruto per vier weken.

Bezwaar
Mevrouw maakte bezwaar tegen dit besluit. Zij voerde aan dat zij met het nieuwe budget onvoldoende werd gecompenseerd. Met het toegekende budget kon zij slechts 3 tot 3,5 uur hulp per week inkopen, terwijl zij al jarenlang een indicatie had voor 4 uur per week. Haar medische situatie en leefsituatie waren niet veranderd. De gemeente meende echter dat voor de hoogte van het pgb moest worden aangesloten bij de kosten voor zorg die in natura werd verleend. Met het toegekende budget kon de benodigde zorg worden ingekocht. Tot slot vond de gemeente 3 uur huishoudelijke hulp voldoende voor de seniorenwoning van mevrouw.

Het oordeel van de rechter
De rechter vond het niet aannemelijk dat met 3 uur huishoudelijke hulp hetzelfde resultaat kon worden bereikt als met 4 uur hulp. Mevrouw woonde namelijk nog in dezelfde woning. De rechter ging er dan ook vanuit dat nog steeds 4 uur huishoudelijke hulp noodzakelijk was, om de aandachtsgebieden licht en zwaar huishoudelijk werk, de was doen en strijken voldoende te kunnen compenseren.

De rechter boog zich vervolgens over de vraag tegen welk uurtarief mevrouw redelijkerwijs huishoudelijke zorg kon inkopen. Voor het antwoord op die vraag sloot de rechter aan bij de cao VVT en het in de al eerder beschreven uitspraak van TSN Thuiszorg ingebrachte rapport Berenschot. Hieruit bleek dat veel werknemers (van TSN Thuiszorg) waren ingeschaald in FWG 10.

De rechter concludeerde vervolgens dat mevrouw met het toegekende pgb tot 6 oktober 2014 voldoende hulp kon inkopen, maar dat de stapsgewijze verlaging tot gevolg had dat mevrouw vanaf 6 oktober 2014 onvoldoende gecompenseerd werd. De rechter voorzag zelf in de zaak door een pgb vast te stellen waarmee mevrouw voldoende uren hulp kon inkopen, rekening houdend met de hoogte van de salarisschaal 10 uit de cao VVT.

Beroep
De gemeente Oss heeft nog de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met één van onze specialisten arbeidsrecht.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).