Download dit artikel als PDF 09 november 2015

Ondernemingskamer: bestuur en toezicht Meavita verantwoordelijk voor wanbeleid.

De Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam heeft op 2 november 2015 uitspraak gedaan op het verzoek van ABVAKABO FNV tot het vaststellen van wanbeleid bij het (voormalige) Meavita-concern. Daarmee is een (voorlopig) einde gekomen aan een jarenlange procedure. Het onderzoek naar wanbeleid is door de Ondernemingskamer al bevolen in mei 2011. De Ondernemingskamer heeft wanbeleid vastgesteld en heeft bepaald dat de leden van de raden van bestuur en toezichthoudende organen daarvoor verantwoordelijk zijn. Met name voorzitter raad van bestuur Theo Meuwese en voorzitter van de raad van commissarissen Loek Hermans moeten het ontgelden.

Waaruit bestaat het wanbeleid?
In de omvangrijke uitspraak van maar liefst 83 bladzijden, zijn een aantal centrale verwijten opgenomen die leiden tot het oordeel dat er sprake is van wanbeleid. Het betreft met name punten die zien op de onderwerpen fusie en organisatie en op de aanschaf van de zogenaamde TVfoon. De Ondernemingskamer vindt dat de fusie tussen Meavitagroep en S&TZG onvoldoende doordacht en uitgewerkt was. Hermans heeft zijn medecommissarissen de belangrijke interne en externe signalen over het functioneren van Meuwese als voorzitter van de raad van bestuur onthouden. De zittende commissarissen, waaronder Hermans, hebben de per 1 oktober 2007 aangetrokken nieuwe leden van de raad van commissarissen ten onrechte niet volledig over de bestaande problemen geïnformeerd. Er was onvoldoende centrale sturing om de concernbrede ambities te kunnen managen. En er is niet tijdig gereorganiseerd in verband met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

Voor wat betreft de aanschaf van TVfoon overweegt de Ondernemingskamer dat daartoe is besloten zonder de vereiste verantwoorde voorbereiding. Dit terwijl het een voor zowel werknemers als cliënten een zeer ingrijpend project was. Ten onrechte is het besluit tot aanschaf niet ter goedkeuring aan de raad van commissarissen voorgelegd. Evenzeer ten onrechte heeft de raad van commissarissen daar geen gevolgen aan verbonden en –nog erger- decharge verleend voor het gevoerde beleid. De raad van bestuur heeft bovendien de uitvoering van het project niet adequaat ter hand genomen. De Ondernemingskamer concludeert daarnaast dat de bestuurders, gelet op de moeilijke externe factoren (o.a. invoering concurrentie, wijziging AWBZ, introductie WMO), extra zorgvuldig hadden moeten onderzoeken of het verstandig was dit financieel en organisatorisch ingrijpende project te starten. In de letterlijke woorden van de Ondernemingskamer: “er was inderdaad een cumulatie aan moeilijke tot zeer moeilijke externe factoren. In plaats van die tegemoet te treden met extra zorgvuldigheid en aandacht, vervielen bestuurders en toezichthouders in een cumulatie van tekortkomingen zoals hiervoor overwogen

Gevolgen?
De Ondernemingskamer heeft dus wanbeleid vastgesteld. Dat opent de deur voor gedupeerden -denk aan de vele werknemers die hun baan zijn kwijtgeraakt- tot schadevergoedingsacties. In ieder geval kunnen de kosten van onderzoek naar het wanbeleid op de voormalige bestuurders en toezichthouders worden verhaald. Loek Hermans is inmiddels als gevolg van de uitspraak afgetreden als fractievoorzitter van de  VVD in Eerste Kamer. Het laatste woord over deze zaak zal nog lang niet zijn gezegd. Wij zullen u op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen.


Wilt u meer weten over deze uitspraak dan kunt u contact opnemen met mr. Boudewijn Cremers of een van onze specialisten van de sectie Aansprakelijkheid en Procespraktijk. Boudewijn is tevens lid van het Brancheteam Zorg.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).