Download dit artikel als PDF 15 november 2016

Wetsvoorstel compensatie transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid

Op grond van de wet is een werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd als de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt opgezegd of ontbonden. Dit geldt ook als een tijdelijke arbeidsovereenkomst op zijn initiatief niet wordt verlengd. Dit is niet anders als een werknemer ontslagen wordt vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. Dit terwijl de werkgever voorafgaand aan het ontslag veelal twee jaar lang het loon tijdens ziekte heeft doorbetaald en kosten heeft gemaakt voor de re-integratie van de werknemer.

Inmiddels is het (ook) de regering gebleken dat het verschuldigd zijn van een transitievergoeding na een ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid als onrechtvaardig wordt ervaren. Minister Asscher heeft daarom voorgesteld om werkgevers te compenseren voor de kosten van de transitievergoeding.

De compensatievergoeding door UWV
Voornoemde compensatie zal door UWV verstrekt worden vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf), waar een verhoging van de (uniforme) premie tegenover zal staan. Dit zal voor werkgevers dus wel een (kleine) verhoging van de kosten met zich meebrengen.

Het is de bedoeling dat deze maatregel met terugwerkende kracht wordt ingevoerd tot 1 juli 2015. Dus ook de vergoedingen die in de periode vanaf de invoering van de transitievergoeding door werkgevers aan werknemers zijn voldaan na twee jaar ziekte zouden wellicht nog voor compensatie in aanmerking kunnen komen.

Het maakt niet uit of een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd wordt beëindigd. En zowel arbeidsovereenkomsten die via de weg van UWV of de kantonrechter worden geëindigd, als arbeidsovereenkomsten die met wederzijds goedvinden worden beëindigd vallen onder de maatregel. Er worden wel beperkingen gesteld aan de hoogte van de vergoeding:

  • Er zal niet meer aan compensatie worden betaald dan de transitievergoeding waar een werknemer recht op zou hebben op het moment dat de doorbetalingsplicht eindigt (dus na twee jaar ziekte);
  • De compensatie zal niet méér bedragen dan het bedrag gelijk aan het tijdens ziekte van de werknemer betaalde loon. Reden hiervoor is dat de compensatie alleen ziet op het voorkomen van cumuleren van kosten. Dus als de kosten van loondoorbetaling tijdens ziekte beperkt zijn, bijvoorbeeld bij arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, dan is een volledige compensatie van de transitievergoeding naar het oordeel van de regering niet noodzakelijk;
  • Indien aan de werkgever een loonsanctie is opgelegd, dan telt die periode niet mee bij de berekening van de hoogte van de compensatie.

Ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen & CAO-voorziening
De regering heeft tevens voorgesteld om het volgende in de wet op te nemen. Wanneer er in de CAO een voorziening is getroffen die in de plaats kan komen van de door een werkgever wettelijke verschuldigde transitievergoeding, hoeft de werkgever geen transitievergoeding te betalen. Dit geldt overigens enkel ingeval van een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen. In tegenstelling tot de huidige wettelijke bepaling hieromtrent behoeft de voorziening in de CAO niet gelijkwaardig te zijn aan de transitievergoeding waar een individuele werknemer recht op zou hebben gehad. Het zal dus uiteindelijk aan CAO-partijen zijn om te bepalen wat de inhoud en omvang van de betreffende voorziening zal zijn en ook door wie (de werkgever of een door CAO-partijen opgericht fonds) een dergelijke vergoeding verschuldigd is.

De beoogde inwerkingtreding van beide maatregelen is 1 januari 2018. We houden u op de hoogte!

Wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met één van onze specialisten van de sectie Arbeid & Medezeggenschap.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).