Download dit artikel als PDF 27 januari 2016

Zorgaanbieders niet aansprakelijk voor plaatsen gebrekkige PIP-implantaten

Ruim een jaar geleden zijn bijna 30 zorgverzekeraars een procedure gestart tegen 80 zorgaanbieders (ziekenhuizen en klinieken). Deze procedure hield verband met de in Nederland geplaatste gebrekkige borstimplantaten van het Franse bedrijf Poly Implant Prothèse (PIP). Deze gebrekkige PIP-implantaten zijn veel in het nieuws geweest. De zorgverzekeraars vorderen dat de zorgaanbieders aansprakelijk zijn voor de schade die patiënten hebben geleden als gevolg van het feit dat PIP-implantaten (mogelijk) gebrekkig zijn en, al dan niet uit voorzorg, verwijderd moesten worden. De rechtbank Amsterdam heeft op 20 januari 2016 vonnis gewezen.

Vordering afgewezen
De rechtbank heeft de vorderingen van de zorgverzekeraars afgewezen hoewel ze de implantaten wel als zogenaamde hulpzaak kwalificeren. Ook staat vast  dat de geplaatste implantaten niet geschikt waren. Dat maakt dat beoordeeld moet worden of het gebruik van de gebrekkige hulpzaak (het plaatsen van het gebrekkige borstimplantaat) aan de zorgaanbieders toegerekend kan worden. De rechtbank meent dat dit niet het geval is. De zorgaanbieders hebben niet een (resultaat)verbintenis om een niet-gebrekkig implantaat in te brengen. Zij hebben er niet voor ingestaan, en konden dat ook niet, dat zij gebruik maakten van deugdelijke implantaten.

CE-keurmerk
De implantaten waren voorzien van een zogenaamd CE-keurmerk. Van een hulpverlener kan vervolgens niet worden verwacht dat hij zelf onderzoek doet naar de samenstelling en de veiligheid van een hulpmiddel als een borstimplantaat. Hij mag er dus op vertrouwen dat het met een CE-keurmerk gecertificeerde hulpmiddel voldoet aan alle vereisten en mag ook uitgaan van de bewezen veiligheid. De zorgaanbieders hoefden er in dit geval niet op bedacht te zijn dat er met de implantaten is gefraudeerd. Er waren immers andere implantaten onder CE-keurmerk op de markt gebracht  dan de implantaten die ter certificering waren aangeboden.

Risicoaansprakelijkheid?
De rechtbank overweegt verder dat het meer in de rede ligt om de schade voor rekening van de zorgverzekeraars te laten komen dan voor rekening van de aansprakelijkheidsverzekeraar van de hulpverlener. Ook het gegeven dat de producent en de importeur van de gebrekkige implantaten failliet zijn, maakt niet dat het redelijk zou zijn om de tekortkoming wel aan de zorgaanbieders toe te rekenen. Met dat laatste oordeel gaat de rechtbank overigens in tegen een eerder oordeel van het gerechtshof Den Bosch. De rechtbank overweegt verder nog dat een ongeclausuleerde risicoaansprakelijkheid voor de zorgaanbieders (lees: u gebruikt dit gebrekkige product dus u bent per definitie aansprakelijk) tot gevolg zou kunnen hebben dat zij te veel terughoudendheid zullen betrachten. Daardoor komt de innovatie op het terrein van de medische wetenschap en de toepassing van nieuwe hulpmiddelen mogelijk in het gedrang.

Wat betekent deze uitspraak voor de praktijk?
Deze uitspraak is voor de praktijk niet zonder belang. De rechtbank heeft op heldere wijze gemotiveerd waarom het plaatsen van een gebrekkige hulpzaak niet aan de zorgaanbieders kan worden toegerekend. Met name het oordeel dat medische innovatie en de toepassing van nieuwe technieken en hulpmiddelen mogelijk in het gedrang zouden kunnen komen als wel sprake zou zijn van een ongeclausuleerde risicoaansprakelijkheid maakt dat deze uitspraak voor de medische praktijk een algemene betekenis heeft. Gelet op het principiële karakter van de uitspraak is te verwachten dat de zorgverzekeraars het er niet bij laten zitten en dat er een hoger beroep volgt.


Wilt u meer weten over deze blog, dan kunt u contact opnemen met Boudewijn Cremers, of één van onze specialisten van het brancheteam Zorg.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).