Trade in goods and services

Gevolgen voor de export en import van goederen

Sinds 1 januari 2021 maakt het VK geen deel meer uit van de Europese douane-unie en interne markt. De vrijhandelsovereenkomst – die vooralsnog slechts voorlopig is goedgekeurd en vóór 1 maart 2021 door het Europese Parlement definitief moet worden goedgekeurd – regelt vanaf dat moment op welke wijze en tegen welke voorwaarden mag worden gehandeld in goederen en diensten.

Vrijhandelsovereenkomst
De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en het VK gaat een stuk verder dan een traditioneel handelsakkoord en voorziet in nultarieven en géén quota’s voor goederen. Voorwaarde is wel dat aan de oorsprongsregels wordt voldaan. Deze regels bepalen waar een goed is gemaakt. Het gaat dus niet om waar de goederen vandaan worden verzonden, maar om waar deze zijn geproduceerd of vervaardigd. Bij het bepalen van de oorsprong wordt onderscheid gemaakt tussen preferentiële en niet-preferentiële oorsprongsregels. In de vrijhandelsovereenkomst is vastgelegd dat de handel in goederen van preferentiële oorsprong tussen de EU en het VK in beginsel plaatsvindt zonder tarieven. Om voor de tariefvrijstelling in aanmerking te komen, moeten bedrijven dus aantonen dat hun goederen aan de oorsprongsregels voldoen.

En hoe toon je zoiets dan aan?
Tegenwoordig hanteert de EU een systeem van zelfcertificering. Dat gaat via een exportfactuur, een paklijst of een ander document. Daarop verklaart de exporteur via een standaard voorgeschreven tekst, een attest van oorsprong, dat de goederen van preferentiële EU-oorsprong zijn. Voor exporteurs die facturen zenden van lager dan € 6.000 is de kous daarmee af. Voor zendingen met een hogere waarde moet de exporteur in de EU ook nog over een REX-registratienummer beschikken. Dit nummer moet bij dergelijke zendingen worden vermeld op het attest van oorsprong.

En als ik goederen wil invoeren?
Om in aanmerking te komen voor vrijstelling op invoerrechten moet worden bewezen dat de uit het VK te importeren goederen voldoen aan de voorwaarden voor preferentiële invoer. Feitelijk betekent dat dus dat moet worden bewezen dat ze van VK-oorsprong zijn. De importeur doet dit via het door de exporteur opgestelde attest van oorsprong. Het is aan de importeur om te bewijzen dat de geïmporteerde goederen in aanmerking komen voor preferentiële tariefbehandeling. Daarnaast is het aan de importeur om het verzoek hiertoe te doen. Dit gaat dus niet vanzelf. Wanneer bewijs kan worden geleverd van het feit dat wordt voldaan aan de eisen van VK-oorsprong, dan krijgt de importeur vrijstelling van invoerrechten.

Let dus bij export of import van of naar het VK goed op dat u aan de juiste voorwaarden voldoet. Immers, doet u dat niet dan moeten importheffingen betaald worden.