De Blauwe Lijst en huurbedingen
De ‘Blauwe Lijst’ is een lijst met bedingen in contractuele verhoudingen met consumenten die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt. Deze lijst is opgenomen in een bijlage bij de (Europese) Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13). Het gaat bijvoorbeeld om bedingen die in de verhouding tussen een verkoper of een verhuurder enerzijds en een consument anderzijds als oneerlijk kunnen worden aangemerkt.
Huurovereenkomsten moeten ambtshalve (dus zonder dat hierop een beroep wordt gedaan door een partij in de procedure) worden getoetst op dergelijke oneerlijke bedingen vanaf 31 december 1994. Dat is de datum waarop de Richtlijn 93/13 EG (Richtlijn oneerlijke bedingen) in het Nederlandse recht geïmplementeerd had moeten zijn (dit is pas in 1999 gebeurd).
Dit jaar heeft (de sector kanton van) de rechtbank Amsterdam over deze Blauwe Lijst inmiddels diverse uitspraken gedaan waarin deze (ambtshalve) toetsing aan de orde komt.
In maart van dit jaar oordeelde deze rechtbank (ECLI:NL:RBAMS:2023:201) in een kortgedingprocedure bijvoorbeeld ‘voorshands’ dat het incassokostenbeding uit de algemene bepalingen bij het ROZ-model huurovereenkomst woonruimte 2017 (artikel 25.2) oneerlijk is en de verhuurder na vernietiging van dit beding ook niet kan terugvallen op de wettelijke regeling over incassokosten.
Op 12 mei (ECLI:NL:RBAMS:2023:3124) en 3 augustus jl. (ECLI:NL:RBAMS:2023:4800) heeft dezelfde rechtbank geoordeeld dat een huurprijswijzigingsbeding waarin een procentuele huurverhoging boven op de inflatiecorrectie is opgenomen (ook) in strijd is met de Blauwe Lijst. Dergelijke huurprijswijzigingsbedingen komen (bij geliberaliseerde huurcontracten) vaak voor: het genoemde ROZ-model laat bijvoorbeeld ruimte om zo’n maximaal verhogingspercentage boven op de inflatiecorrectie in te vullen.
Ook hier weer oordeelt de rechtbank dat verhuurder (na vernietiging) geen andere (wettelijke) mogelijkheden heeft om de huurprijs van geliberaliseerde woonruimte aan te passen. Daardoor is, aldus de rechtbank, de huurprijs gedurende de gehele huurtermijn niet verhoogd en geldt (nog steeds) de oorspronkelijke huurprijs zoals die bij aanvang van de huurovereenkomst was overeengekomen.
Het laatste woord is over dergelijke bedingen nog niet gezegd, al was het maar omdat verhuurder in de laatste twee uitspraken, naar verluid, in hoger beroep is gegaan. Het is afwachten hoe in hoger beroep (en mogelijk cassatie) zal worden beslist. Via deze nieuwbrief houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen.
Uitspraken:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2023:201
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2023:3124
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2023:4800
Juridisch advies is altijd maatwerk. Deze blog bevat algemene informatie. Hoewel het artikel met veel aandacht en zorgvuldigheid is geschreven, is het verstandig om in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in te winnen. (Lees onze disclaimer).