Download dit artikel als PDF 05 september 2022

Het recht op uitzicht bestaat niet

Onlangs had ik een burengeschil (ECLI:NL:RBMNE:2022:2689) waarin (onder meer) de vraag voorlag of er zoiets bestaat als een vrij recht op uitzicht. Cliënten wilden een uitbouw realiseren. Dit had als gevolg dat er een zogenoemde ‘’blinde muur’’ kwam waar de buren nadien tegenaan zouden kijken. De buren stelden zich (onder meer) op het standpunt dat dit verlies van uitzicht onrechtmatige hinder veroorzaakt. De buren voerden verder aan zeer veel waarde te hechten aan het vrije uitzicht dat zij hadden vanuit de woning en de tuin. De voorzieningenrechter oordeelde echter bondig: er bestaat geen recht op uitzicht.

Ik voerde namens cliënten aan dat er naar vaste rechtspraak niet zoiets bestaat als een ‘’recht van uitzicht’’, óók niet als onderdeel van het sterke eigendomsrecht. Iets dergelijks kan de facto slechts bereikt worden over de boeg van het leerstuk van onrechtmatige hinder – en slechts dan wanneer men door een voorgenomen uitbouw volledig opgesloten raakt in een tuin vol met wat in de jurisprudentie wordt genoemd ‘’blinde muren’’. Dit wordt ook wel een ‘’kokereffect’’ genoemd. In dat kader is bijvoorbeeld relevant of aan de andere zijde van de tuin een vrij uitzicht ‘’op de hemel’’ bestaat of dat er sprake is van een vrij diepe achtertuin. In dergelijke gevallen zal een voorgenomen uitbouw niet snel resulteren in een (onrechtmatige) kokereffect-achtige situatie. Het blijft echter een omstandighedentoets. De kantonrechter oordeelde in overeenstemming met mijn betoog.

 

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).