Download dit artikel als PDF 05 mei 2022

Pensioenpremies vallen niet onder de WHOA

Rechten van werknemers kunnen niet door middel van een WHOA-akkoord worden aangepast. Dat is wettelijk zo geregeld. Het noodgedwongen inkrimpen van het personeelsbestand moet dus op een andere manier gebeuren, via een reguliere reorganisatie. Lang was onduidelijk hoe moet worden omgegaan met achterstallige pensioenpremies: vallen die ook onder de “rechten van werknemers” en daarmee buiten het bereik van de WHOA?

De Hoge Raad heeft in een recente uitspraak antwoord gegeven op vragen die hierover door de Rechtbank Amsterdam waren gesteld. Hierover schreven wij eerder al een blog.

Concreet had de vraag betrekking op sectoren waarbij sprake is van verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds. Door de verplichtstelling komt een  voor pensioen typische driehoeksverhouding tussen de werknemer, de werkgever en de pensioenuitvoerder tot stand. Dit heeft tot gevolg dat tussen de werkgever en de werknemer een rechtsbetrekking met betrekking tot pensioen ontstaat. Er ontstaat geen pensioenovereenkomst tussen werkgever en werknemer, maar hun rechtsbetrekking wordt daarmee wel gelijkgesteld. Hierdoor was het onduidelijk of achterstallige pensioenpremies konden worden betrokken in een WHOA-akkoord, vanwege de in artikel 369 lid 4 Fw opgenomen uitsluiting voor rechten van werknemers

Hoge Raad
De Hoge Raad heeft de prejudiciële vraag op 25 februari 2022 behandeld. De Hoge Raad trapt af met de overweging dat bij deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds op basis van een verplichtstelling een pensioenovereenkomst geldt tussen een werknemer en een werkgever. Hierdoor moeten de verplichtingen die voortvloeien uit de deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds worden aangemerkt als rechten en verplichtingen die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad overweegt dat tegenover de plicht van werkgevers tot afdracht van pensioenpremies een recht van werknemers staat op het pensioen. Daarmee stelt de Hoge Raad vast dat vorderingen op de werkgever ter zake achterstallige premies van een bedrijfstakpensioenfonds onder de beperking van artikel 369 lid 4 Fw vallen en dus niet kunnen worden betrokken in een WHOA-akkoord.

De Hoge Raad anticipeert overigens met de uitspraak op een voorstel voor de implementatiewet richtlijn herstructurering en insolventie, dat op dit moment aanhangig is bij de Tweede Kamer en waarin deze verduidelijking ook wettelijk zal worden vastgelegd.  

Gevolgen voor de praktijk
Deze uitspraak, plus de aanhangige wetswijziging, maakt dat ondernemingen met hoge achterstallige pensioenpremies op zoek moeten naar een alternatieve oplossing. Zonder (nieuwe) financiële middelen waarmee personeelskosten kunnen worden voldaan, resteert enkel nog het faillissement. Vanuit een faillissement kan vervolgens nog wel geprobeerd worden om een doorstart te realiseren.


Wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Thom Broer van de sectie Herstructurering & Insolventie.

Juridisch advies is altijd maatwerk. Deze blog bevat algemene informatie. Hoewel het artikel met veel aandacht en zorgvuldigheid is geschreven, is het verstandig om in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in te winnen. (Lees onze disclaimer).