Download dit artikel als PDF 14 april 2015

Huishoudelijke hulp: tarief hoeft niet kostendekkend te zijn

TSN Thuiszorg B.V. heeft de gemeente Nijkerk in kort geding gedagvaard, met als inzet het opleggen van de verplichting aan de gemeente om een kostendekkend tarief voor huishoudelijke hulp vast te stellen. De voorzieningenrechter deed recent uitspraak, waarbij TSN in het ongelijk werd gesteld.

Wat was er aan de hand?
In het kader van de Wmo 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking, zoveel mogelijk binnen de eigen leefomgeving. Een voorbeeld van een voorziening die onder de Wmo 2015 valt, is huishoudelijke hulp. De gemeente Nijkerk biedt huishoudelijke hulp zowel als maatwerkvoorziening als algemene voorziening aan. Om de huishoudelijke hulp als algemene voorziening in te kopen, heeft de gemeente Nijkerk een aantal thuiszorgaanbieders, waaronder TSN, in de gelegenheid gesteld een contract met haar aan te gaan voor het bieden van die hulp.

Op basis van de door de thuiszorgaanbieders aangeleverde kostprijsberekeningen heeft de gemeente Nijkerk een tarief aangeboden van € 20,50 per uur. De gemeente heeft aangegeven dat dit bedrag per 1 juli 2015 kon worden verhoogd naar € 21,-- per uur. TSN ging met dit tarief niet akkoord: om kostendekkend te kunnen werken, verlangde zij een tarief van € 22,50 per uur. TSN heeft relatief veel hoger ingeschaalde huishoudelijke hulpen in dienst. Dat is ontstaan doordat TSN reeds sinds 2007 huishoudelijke hulp aan inwoners van de gemeente Nijkerk verleende, en de eisen en dienstverlening destijds anders lagen.

De gemeente was niet bereid een voor TSN kostendekkend tarief te hanteren. De overige aanbieders hebben het door de gemeente voorgestelde tarief geaccepteerd, TSN heeft geweigerd.

De vorderingen van TSN en de beoordeling door de rechter
TSN stapt naar de rechter, en vordert in kort geding kort gezegd dat het de gemeente verplicht wordt om bij het vaststellen van het tarief voor huishoudelijke hulp rekening te houden met de kostprijsberekeningen van TSN.

TSN betoogde op verschillende gronden dat het de gemeente niet was toegestaan een tarief te hanteren dat niet kostendekkend is.

In de eerste plaats beriep TSN zich op artikel 2.6.6 Wmo 2015, waarin bepaald is dat als de gemeente derden inschakelt voor uitvoering van een voorziening, zij regels vaststelt ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van die voorziening. Daarbij wordt rekening gehouden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de arbeidsvoorwaarden, zo bepaalt de Wmo 2015.

Volgens de rechter gaat deze verplichting echter niet verder dan dat de gemeente in het algemeen, los van de specifieke situaties van concrete aanbieders, bij de bepaling van het tarief een inschatting moet maken van een kostprijs rekening houdend met de arbeidsvoorwaarden volgens de geldende cao. Van de gemeente kan niet worden verwacht of gevergd dat zij bij de vaststelling van het tarief uitgaat van een kostprijs van te hoog gekwalificeerd personeel voor de desbetreffende voorziening. Zorgaanbieders voor wie dit tarief door hun specifieke situatie niet kostendekkend is, zullen hun bedrijfsvoering zodanig moeten zien aan te passen dat zij de concurrentie met andere aanbieders wel aankunnen, aldus de rechter.

TSN beriep zich verder op de strekking van de Van Rijn toeslag, waarmee gedoeld wordt op de door het kabinet ter beschikking gestelde huishoudelijke hulp toelage, met als doel om arbeidsplaatsen in de huishoudelijke hulp langer te behouden. Een deel van het tarief zou met deze toelage worden gefinancierd, het restant moest uit de portemonnee van de zorgbehoevende komen.

Ook dit beroep mocht TSN niet baten: de rechter oordeelde dat het doel van de toeslag slechts was om werkgelegenheidsverlies in het algemeen te voorkomen. Dat TSN mogelijk personeel moet ontslaan, wil volgens de rechter niet zeggen dat de toeslag bij andere aanbieders niet juist tot behoud van werkgelegenheid leidt.

Een beroep op de pre- en postcontractuele trouw leidde ook niet tot het door TSN gewenste oordeel. Het feit dat TSN al jarenlang als aanbieder van huishoudelijke hulp contracten met de gemeente Nijkerk sloot, bracht voor de gemeente niet mee dat zij daar nu rekening mee moest houden bij het vaststellen van het tarief. Met de Wmo 2015 is nu eenmaal een geheel nieuwe situatie ontstaan in het kader waarvan huishoudelijke hulp anders moet worden geregeld met aanmerkelijk minder financiële middelen, zo besloot de rechter.

Via de rechter bereikt TSN dan ook geen oplossing voor haar probleem. Voor de medewerkers van TSN is het niet te hopen dat de oplossing moet worden gezocht in weer een reorganisatie in de thuiszorg.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, neem dan contact op met één van onze specialisten arbeidsrecht.
 
Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).