De NOW-schuld meenemen in een akkoord (deel 2)
In een blog van 14 september 2022 schreef ik over de mogelijkheden om de NOW-schuld bij het UWV te betrekken in een WHOA-akkoord. Niet elke situatie leent zich echter voor een herstructurering met behulp van een WHOA-akkoord. Inmiddels heeft het UWV dan ook een alternatieve wijze gepubliceerd om de NOW-schuld te kunnen herstructureren.
Nieuwe toets: twee voorwaarden
Het alternatieve traject houdt een verzoek tot (gedeeltelijke) kwijtschelding buiten het kader van de WHOA in. Het UWV kan een verzoek tot kwijtschelding in de volgende omstandigheden inwilligen.
Ten eerste toetst het UWW aan artikel 4:94a Awb. Artikel 4:94a Awb luidt als volgt: “Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, kan een bestuursorgaan een geldschuld geheel of gedeeltelijk kwijtschelden indien de nadelige gevolgen van de invordering onevenredig zijn in verhouding tot de met de invordering te dienen doelen.” Als van een dergelijke situatie sprake is, dan moet het UWV ten tweede beoordelen of kwijtschelding geen ongeoorloofde staatssteun is.
De informatievoorziening
De verzoekende partij dient het UWV ten minste de volgende informatie te verschaffen:
Het bedrijf dient zijn verzoek tot (gedeeltelijke) kwijtschelding met argumenten te onderbouwen. Uit het verzoek zal moeten blijken waarom het UWV in zijn specifieke situatie over zou moeten gaan tot kwijtschelding. Het UWV zal de argumenten moeten bezien in hun onderlinge samenhang en in de context waarin ze worden ingebracht en aangedragen. Bij de beoordeling of de nadelige gevolgen van de invordering onevenredig zijn in verhouding tot de met de invordering te dienen doelen, weegt het UWV de zeer ruime en coulante betalingsregeling mee.
Het bedrijf dient financiële stukken te overleggen ter onderbouwing van zijn verzoek. Het UWV zal deze stukken analyseren. Het UWV toetst in ieder geval of het bedrijf op het moment van aanvraag geen aflossingscapaciteit heeft en de verwachting of in de toekomst wel aflossingscapaciteit ontstaat en toetst of het bedrijf levensvatbaar is. Indien het bedrijf niet levensvatbaar is, dan werkt het UWV niet mee aan een verzoek tot kwijtschelding. In dit geval moet gekeken worden naar andere procedures waaronder faillissement en WHOA.
N.B.: Is de verzoeker een natuurlijke persoon die zijn bedrijf al heeft beëindigd of heeft verkocht, dan geldt een andere beoordeling ten aanzien van artikel 4:94a Awb.
In drie gevallen geen kwijtschelding
Het UWV zal in drie situaties geen kwijtschelding verlenen:
als er sprake is van kenbaar misbruik of oneigenlijk gebruik van de NOW-schuld;
als de verzoeker in de ogen van het UWV opzettelijk of aan grove schuld te wijten niet heeft voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit de subsidierelatie;
als er tegen de verzoeker een onderzoek loopt naar misbruik of oneigenlijk gebruik ten tijde van het verzoek tot kwijtschelding.
Betrokkenheid
Binnen Van Iersel Luchtman Advocaten werken wij met een gespecialiseerd WHOA-team. Samen met de financieel adviseurs van de ondernemingen brengen wij de mogelijkheden om de onderneming te staken, te saneren of voort te zetten graag in kaart en begeleiden wij de onderneming door dit zware weer.
Wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Jelle Beerens van de sectie Herstructurering & Insolventie.
Juridisch advies is altijd maatwerk. Deze blog bevat algemene informatie. Hoewel het artikel met veel aandacht en zorgvuldigheid is geschreven, is het verstandig om in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in te winnen. (Lees onze disclaimer).