Download dit artikel als PDF 22 februari 2022

Grondentrechter blijft gelden in het omgevingsrecht

Op 9 februari jl. (ECLI:NL:RVS:2022:363) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de zogenaamde grondentrechter deels afgeschaft. Tot aan deze uitspraak was de lijn van de Afdeling dat als een belanghebbende een beroepsgrond pas in hoger beroep aanvoerde en hij dit ook in redelijkheid bij de rechtbank (in beroep) had kunnen doen, deze grond buiten beschouwing werd gelaten. Andere bestuursrechters deden dit niet. De Afdeling gaat nu, zoals dat heet (gedeeltelijk) “om”:

"4.2. (…) De Afdeling kiest er dus voor om de grondentrechter alleen te hanteren binnen het omgevingsrecht en niet langer daar buiten, ook niet in zaken over besluiten waarbij belangen van derden betrokken (kunnen) zijn, zoals bij sommige subsidiezaken, zaken over marktplaatsen, horecavergunningen, toevoegingen voor rechtsbijstand etc. Deze keuze draagt allereerst bij aan de rechtseenheid, aangezien de CRvB en het CBb in (financiële) geschillen waarbij de belangen van derden betrokken (kunnen) zijn, zoals uitkerings- en subsidiezaken, tussen beroep en hoger beroep geen grondentrechter toepassen. Deze keuze draagt ook bij aan de voor de rechtspraktijk gewenste duidelijkheid. Omwille van de uitvoerbaarheid en hanteerbaarheid kiest de Afdeling dus voor een onderscheid tussen ‘omgevingsrechtelijke zaken’ enerzijds en alle andere zaken anderzijds."

Overigens blijft het mogelijk dat het aanvoeren van nieuwe gronden in hoger beroep in strijd is met de goede procesorde.

In omgevingsrechtelijke zaken blijft de Afdeling de trechter wel te hanteren: dit zijn volgens de Afdeling zaken waarbij belangen van derden én vaak grote maatschappelijke belangen gemoeid zijn. De Afdeling merkt als omgevingsrechtelijke zaken aan de zaken over besluiten op grond van de: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Wet milieubeheer, Wet ruimtelijke ordening (Wro), Tracéwet, Wet geluidhinder, Wet natuurbescherming. Ontgrondingenwet, Waterwet, Wet bodembescherming, Wet luchtvaart, Mijnbouwwet. Kernenergiewet, Wet inzake de luchtverontreiniging, Wet bescherming Antarctica, en tenslotte “andere wetten en regelingen op het gebied van het milieu en de ruimtelijke ordening” (ECLI:NL:RVS:2022:362).

Alleen als uitgesloten is dat het toestaan van één of meer nieuwe gronden in hoger beroep leidt of kan leiden tot benadeling van derde-belanghebbenden, kan een uitzondering worden gemaakt in omgevingsrechtelijke zaken en geldt de trechter wel

Overigens: voor zaken die onder het procesrecht van de Crisis- en herstelwet (Chw) vallen, geldt dat de grondentrechter altijd wordt toegepast.

In zaken waar bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor bouwen, of een milieuvergunning aan de orde is, blijft het dus van belang om in beroep alle gronden van beroep aan te voeren: in hoger beroep kunnen er geen nieuwe gronden worden aangevoerd als u beroep instelt. Als u te maken krijgt met beroep tegen een aan u verleende vergunning: de omvang van het geding in beroep is bepalend voor de inhoud van het hoger beroep: verrassingen in de vorm van nieuwe beroepsgronden zijn niet mogelijk.


Indien u meer wilt weten over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Annekee Groenewoud.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).