Download dit artikel als PDF 22 april 2016

Zorgen om zorgplicht zorgbestuurders

Bestuurlijk handelen in de zorg brengt grote verantwoordelijkheid met zich mee. Tekortschieten door zorgbestuurders wordt daarbij getoetst aan de reguliere normen voor bestuurdersaansprakelijkheid, maar deze normen worden ingekleurd door zorgspecifieke regels. Dat betekent dat in een faillissementssituatie niet alleen beoordeeld wordt of zorgbestuurders behoorlijk hebben bestuurd, maar ook gekeken kan worden naar de wijze waarop zorgbestuurders inhoudelijk invulling aan de zorg hebben gegeven. Hiermee lijken de risico’s van zorgbestuurders op bestuurdersaansprakelijkheid te zijn toegenomen.

Bovenstaande volgt uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland in een zaak tegen de voormalige zorginstelling Diogenes. De rechtbank oordeelde namelijk dat de verleende zorg bij die instelling in het verleden op diverse punten inhoudelijk in ernstige mate tekortschoot. Naar het oordeel van de rechtbank valt de bestuurders hiervan een ernstig verwijt te maken en is het faillissement daarvan het gevolg. Dit leidt ook tot aansprakelijkheid van de bestuurders.

De kwestie
Diogenes betrof een zorginstelling die ten doel had om mensen met een verstandelijke handicap huisvesting te bieden en hen te verzorgen. Door Diogenes werden op een vijftal locaties in Nederland vanaf 2001 mensen met een verstandelijke beperking gehuisvest.

In 2009 heeft een groep oud medewerkers van Diogenes in enkele brieven aan diverse instanties haar bezorgdheid geuit over de gang van zaken bij de zorginstelling. Deze bezorgdheid betrof onder meer het straffen en kleineren van bewoners, de medicatieverschaffing en het personeelsbeleid. In de daarop volgende maanden zijn diverse onderzoeken en inspecties uitgevoerd door onder meer de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Hieruit zijn verschillende tekortkomingen naar voren gekomen op het gebied van training van medewerkers en het beheer van persoonsgebonden budgetten, maar ook ter zake deskundigheid van personeel, continuïteit van zorg en veiligheid van cliënten. Daarbij werd geconstateerd dat de nodige twijfels bestaan over de veranderingsbereidheid van het bestuur. Er werd geoordeeld dat sprake was van een ‘ernstige situatie met een structureel karakter’.

Door deze gebeurtenissen vertrokken er bewoners en bleef een nieuwe aanwas van cliënten uit. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het terugtreden van de (uiteindelijk) bestuurders van Diogenes en vervolgens ook het faillissement in 2010. In dit faillissement is de curator tot de conclusie gekomen dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur waarop er een procedure is gestart tegen de (oud) bestuurders.

Oordeel rechtbank Noord-Nederland
De rechtbank oordeelt dat Diogenes een wettelijke zorgaanbieder in de zin van de Kwaliteitswet zorginstellingen. Dit brengt met zich dat op Diogenes een bijzondere zorgplicht rustte, die op verscheidene punten herhaaldelijk is geschonden. Daarbij acht de rechtbank van belang dat het de zorg betrof van een groep zeer kwetsbare personen die nagenoeg geheel afhankelijk waren van de zorg die door Diogenes werd verleend. Het tekortschieten in de zorg rekent de rechtbank het bestuur aan, nu sprake is van meerdere en ernstige tekortkomingen, terwijl het bestuur onvoldoende doeltreffende maatregelen heeft genomen om het geschonden vertrouwen te herstellen.

Vervolgens heeft de rechtbank zich de vraag gesteld of het handelen door het bestuur een vorm is van onbehoorlijk bestuur. In de rechtspraktijk wordt dit immers veelal ingeroepen in gevallen waarin bestuurders onverantwoorde beslissingen op financieel gebied hebben genomen. De rechtbank ziet in de kern evenwel geen verschil tussen dergelijke handelingen en onzorgvuldige, laakbare handelingen in de zorg: beide kunnen grote gevolgen hebben voor de vermogens- en liquiditeitspositie van de onderneming.

Bestuurders aansprakelijk
Naar het oordeel van de rechtbank hebben beide bestuurders door hun handelwijze het voorbestaan van de onderneming op het spel gezet en daardoor uiteindelijk ook schuldeisers benadeeld. Daarvoor zijn de bestuurders aansprakelijk, aldus de rechtbank.

De uitspraak van de rechtbank Midden Nederland past in een reeks van uitspraken in de laatste 10 jaar omtrent de aansprakelijkheid van bestuurders van zorginstellingen.  De risico’s van zorgbestuurders op bestuurdersaansprakelijkheid lijken sterk te zijn toegenomen. De rechtbank hanteert in haar oordeel de gebruikelijke juridische norm van ‘kennelijk onbehoorlijke taakvervulling’. Wel maakt zij duidelijk dat deze wordt ingekleurd door de zorgspecifieke regelgeving. De  zorgplicht van bestuurders in de zorg is dus van groot belang om te waarborgen dat aan de basisvoorwaarden voor het verlenen van goede zorg is voldaan. Ook wordt van hen verwacht dat zij bij misstanden over gaan tot het nemen van adequate maatregelen.

Voor een uitgebreidere omschrijving van deze zaak, verwijs ik u naar het artikel dat wij hierover hebben geschreven in het tijdschrift Juridisch up to Date.


Wilt u meer weten over deze uitspraak, dan kunt u contact opnemen met Arnoud van Campen of Bart Louwerier. Zij maken beiden deel uit van de sectie Onderneming & Vennootschap.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).