Download dit artikel als PDF 11 februari 2022

De WHOA, kritische schuldeisers en IE-rechten

Een schuldeiser bepaalt zelf of hij instemt met een crediteurenakkoord zoals de WHOA. De schuldeiser wil vooral niet tekort gedaan worden en inzage in de waardering van de (bezittingen van de) onderneming (schuldenaar) is daarom essentieel. Deze waarde omvat namelijk vaak meer dan op de balans staat, zoals IE-rechten. Het kan als schuldeiser dan ook lonen om tijdens een WHOA traject een (gezond) kritische houding aan te nemen. Maar waar moet je allemaal op letten?

Het recht op informatie
Wil de schuldenaar de schuldeiser overtuigen om in te stemmen met een akkoord, dan doet hij dat door de schuldeiser te overtuigen dat hij beter af is met het akkoord. Dit doet hij bovenal door de schuldeiser te informeren over zijn financiële positie en door de consequentie te schetsen als het akkoord niet doorgaat (faillissementsscenario). De schuldeiser die een akkoord aangeboden krijgt, heeft ook recht op deze informatie. Het is een misvatting dat de schuldeiser afhankelijk is van de selectie aan informatie die de schuldenaar aanlevert. Levert de schuldenaar te weinig informatie aan, dan kan een schuldeiser simpelweg om meer informatie vragen.

Bezittingen
Om te bepalen of een het akkoord gunstiger is dan het faillissement, is een taxatie van de bezittingen noodzakelijk. Bij deze taxatie gaat het echter niet alleen om de bezittingen die op de balans vermeld staan. Voor veel ondernemingen zit hun waarde namelijk (ook) in intellectuele eigendomsrechten. Te denken valt aan onder andere auteursrechten, merkrechten of octrooien. De waarde kan daarnaast ook zitten in domeinnamen, data, licenties, vergunningen of bedrijfsgeheimen. Schuldeisers hebben in veel gevallen een goed beeld van de activiteiten en activa van de schuldenaar, dus beperk je als kritische schuldeiser vooral niet tot de informatie die de schuldenaar voor de schuldeiser(s) heeft geselecteerd.

Zekerheidsrechten (pandrecht)
Schuldeisers doen er niet alleen verstandig aan kritisch te zijn op de omvang van de bezittingen die de schuldenaar presenteert. Ook de klassenindeling is van belang. Schuldeisers die zekerheidsrechten hebben (bijv. pandrechten), zijn in een andere klasse ingedeeld. Dit betekent dat zij in de regel een voorstel tot volledige betaling krijgen (voor zover de vordering door het onderpand is gedekt). Deze uitkering gaat vaak ten koste van het bedrag dat de andere schuldeisers aangeboden krijgen. Deze andere schuldeisers mogen kritisch zijn op deze klassenindeling door vragen te stellen als: “is het pandrecht wel juist gevestigd?” en “is verpanding überhaupt mogelijk?”. Zo is een pandrecht op een domeinnaam of een handelsnaam absoluut geen vanzelfsprekendheid.

Toets van de rechtbank
Als een crediteurenakkoord in een WHOA-traject voldoende steun, vindt dan vraagt de schuldenaar aan de rechtbank het akkoord te bekrachtigen (‘homologeren’). De rechtbank toetst uit zichzelf of het besluitvormingsproces zuiver is geweest. Hoewel de rechtbank kan concluderen dat dit niet het geval is en om die reden het akkoord afwijst, moeten schuldeisers toch vooral zelf de handschoen oppakken.

 

Deze blog is een onderdeel van onze reeks over de WHOA. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met ons WHOA-team of kijken op ons WHOA-platform.

Juridisch advies is altijd maatwerk. Deze blog bevat algemene informatie. Hoewel het artikel met veel aandacht en zorgvuldigheid is geschreven, is het verstandig om in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in te winnen. (
Lees onze disclaimer).