Download dit artikel als PDF 29 september 2015

ACM beboet natuurlijke personen in Natuurazijn-kartel

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft aan twee producenten van natuurazijn, te weten Kühne en De Burg, flinke boetes opgelegd voor het maken van kartelafspraken. Daarnaast beboette ACM ook medewerkers van de bedrijven voor hun betrokkenheid bij het kartel. Opvallend is dat hier ook medewerkers tussen zitten die geen bestuurlijke functie hebben.

Natuurazijn-kartel
Kühne en De Burg zouden in de periode van oktober 2001 tot en met juli 2012 betrokken zijn geweest bij een kartel met betrekking tot de productie en/of verkoop van industrieel natuurazijn in Nederland. De verboden gedragingen bestonden uit het onderling in stand houden van bestaande klantrelaties (niet-gedeelde klanten) en de volumeverhoudingen bij klanten die bij beide ondernemingen industrieel natuurazijn afnamen (gedeelde klanten). Kühne en de Burg stemden de te offreren prijzen af en wisselden prijs- en volumegegevens uit bij de niet-gedeelde klanten. Volgens de ACM strekten deze gedragingen ertoe om de concurrentie te beperken. ACM legt aan De Burg een boete op van € 1.810.000. Kühne ontloopt de boete van € 4.678.000 omdat ze het kartel heeft gemeld.

Boete werknemers
De ACM heeft naast de bevoegdheid om rechtspersonen te beboeten, ook het recht natuurlijke personen te beboeten voor overtredingen van de Mededingingswet. Naast de ondernemingen heeft ACM hier dan ook werknemers van Kühne en De Burg gesanctioneerd. Opvallend is wel dat hier ook werknemers tussen zitten die geen bestuurlijke functie hebben. Natuurlijke personen kunnen namelijk voor overtredingen (die door een rechtspersoon zijn begaan) worden beboet, indien zij feitelijk leiding hebben gegeven aan de overtreding van de rechtspersoon. Volgens rechtspraak kan van feitelijk leiding geven aan verboden gedragingen ook sprake zijn indien de desbetreffende persoon maatregelen ter voorkoming van de verboden gedragingen achterwege laat en bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat de gedragingen zich zullen voordoen. Belangrijk is dat het begrip ‘feitelijk leidinggever’ niet alleen betrekking heeft op de top van een onderneming. Het enkele feit dat er (hiërarchisch) hogere of meer verantwoordelijke leidinggevers zijn, staat er niet aan de weg om als feitelijk leidinggever van een kartel te kunnen worden aangemerkt. Feitelijk leidinggevers kunnen dus ook werknemers zijn zonder bestuurlijke functie.

Leiding overtreding kartelverbod binnen Kühne
De ACM oordeelt dat drie medewerkers (de heer A, B en C) van Kühne, feitelijk leiding hebben gegeven aan de overtreding van het kartelverbod.

De heer A
Ten aanzien van de heer A, oordeelde ACM dat hij betrokken was  bij de overtreding, omdat hij de verboden gedragingen niet ondubbelzinnig had verboden. Dit ondanks dat de heer A een aantal malen intern zou hebben aangegeven dat de verboden gedragingen beter niet zouden kunnen plaatsvinden. De heer A kon zijn sanctie dus niet ontlopen door te stellen dat hij zich had gedistantieerd van het kartel. Volgens ACM zou hij geen concrete stappen hebben ondernomen om de betrokkenheid van Kühne bij de betreffende gedragingen te (doen) beëindigen. Verder viel gedurende een deel van de kartelperiode de verkoop van natuurazijn aan industriële afnemers onder zijn verantwoordelijkheid.

De heer B
Ten aanzien van de heer B, oordeelde ACM dat hij een aantal malen bij de verboden gedragingen aanwezig was  en  toestond  dat de heer C, die ondergeschikt was aan de heer B, aan deze gedragingen deelnam. Voor zover de heer B niet persoonlijk betrokken was bij de verboden gedragingen, oordeelt de ACM dat hij deze gedragingen heeft laten plaatsvinden zonder maatregelen te nemen om deze te verbieden of anderszins de betrokkenheid van Kühne bij deze gedragingen te (doen) beëindigen.

De heer C
De heer C vervulde een meer ondergeschikte functie binnen Kühne en was ondergeschikt aan de heer B. De heer C zou  feitelijk leiding  hebben gegeven aan het kartel. Volgens ACM was de heer C namelijk betrokken bij de dagelijkse verkoop van natuurazijn aan industriële afnemers in Nederland. De heer C was dus verantwoordelijk voor die verkopen. Bovendien zou de heer C deze functie met een zekere mate van autonomie ten opzichte van zijn leidinggevende hebben vervuld. De heer C zou ook direct betrokken zijn geweest bij de verboden gedragingen.

Boetebedragen heren A, B en C
De ACM stelde de boetebedragen voor de medewerkers van Kühne vast op € 135.000 voor de heer A, € 45.000 voor de heer B en € 22.500 voor de heer C. Net als Kühne ontlopen deze medewerkers echter de boete omdat zij het kartel bij de ACM hebben opgebiecht.

Leiding overtreding kartelverbod binnen De Burg
De ACM oordeelt daarnaast dat twee medewerkers van De Burg (de heer D en E) ook feitelijk leiding hebben gegeven aan de overtreding van het kartelverbod.

De heer D
De heer D zou in de hoedanigheid van zijn functie kennis hebben verkregen van de verboden gedragingen waarbij De Burg betrokken was. Gedurende de periode van de overtreding van De Burg was de heer D  bovendien de leidinggevende van de heer E. In die hoedanigheid had hij bij uitstek de hiërarchische en feitelijke positie en de daarbij behorende bevoegdheid om gedragingen die leidden tot de overtreding te voorkomen of ongedaan te maken. Dit zou hij echter hebben nagelaten.

De heer E
De heer E had geen bestuurlijke functie en was ondergeschikt aan de heer D. Hij onderhield de contacten met De Burg in het kader van het kartel. De heer E  was direct betrokken bij de verboden kartelafspraken en heeft nagelaten daar een einde aan te maken. Hiertoe had hij wel de mogelijkheid, omdat hij bij de uitoefening van zijn functie binnen De Burg een bepaalde mate van autonomie ten opzichte van zijn leidinggevende had. Volgens ACM heeft de heer E zich tijdens het onderzoek vervolgens ten onrechte beroepen op het zwijgrecht en hiermee het onderzoek bemoeilijkt. Dit gedrag wordt afgestraft. ACM verhoogt als gevolg van deze gedraging de op te leggen basisboete met 20%.

Boetebedragen heren D en E
De twee medewerkers van De Burg krijgen wel een boete voor hun betrokkenheid bij het kartel. Zij waren op verschillende niveaus in de organisatie werkzaam. ACM stelde de boetes vast op € 54.000 voor de heer D, en € 16.000 voor de heer E.

Slotsom
De ACM kan dus niet alleen rechtspersonen, maar ook natuurlijke personen beboeten voor hun betrokkenheid bij een kartel. Hierbij kunnen ook werknemers die geen bestuurlijke functie uitoefenen door de ACM worden aangemerkt als feitelijk leidinggever. Dat geldt kennelijk vooral voor  werknemers die hun functie met een zekere mate van autonomie vervullen.

Belang van compliance
Deze zaak benadrukt nog eens het belang van zowel de onderneming als haar werknemers bij een goed compliance programma. Als onderdeel van een dergelijk programma krijgen werknemers een training op het gebied van het mededingingsrecht, zodat zij weten welke gedragingen verboden zijn en hoe een kartelafspraak voorkomen kan worden.

Van Iersel Luchtman helpt ondernemingen bij de introductie van een compliance programma en verzorgt regelmatig praktische en op maat gesneden trainingen op het gebied van het mededingingsrecht.


Voor meer informatie kunt u contact opnemen met één van onze specialisten Mededinging en Aanbesteding.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).