Download dit artikel als PDF 27 maart 2020

Dreigend liquiditeitstekort? En nu? Uitstel van betaling!

Veel bedrijven hebben liquiditeitsproblemen. Gelukkig schiet de overheid te hulp met maatregelen die de liquiditeit kunnen verbeteren. Maar wat als het niet genoeg is? Wat dan? Bij menig bedrijf is de omzet inmiddels gehalveerd, terwijl de vaste kosten doorlopen. De onzekerheid is groot. Wordt het nog erger? Hoe lang gaat dit duren? Het is koffiedik kijken. Goede liquiditeitsbegrotingen kunnen helpen. Het kan namelijk lonen om verschillende scenario’s naast elkaar te zetten. Bijvoorbeeld een liquiditeitsbegroting die uitgaat van de huidige situatie en een begroting die uitgaat van het slechtste geval waarbij de omzet nog verder terugloopt.

Op dit moment zijn er de volgende overheidsmaatregelen om bedrijven die in zwaar weer verkeren te steunen:

  • werktijdverkorting;
  • borgstellingskrediet van de staat;
  • uitstel van betaling van fiscale schulden;
  • aanvraag indienen tot verlaging van voorlopige aanslagen VPB.

Andere opties voor het versterken van de liquiditeit zijn:

  • aanvragen of uitbreiding van bancair krediet;
  • verstrekken van aandeelhoudersleningen;
  • kapitaalstortingen;
  • oprekken van leverancierskrediet;
  • betalingskortingen treffen met debiteuren die sneller dan gebruikelijk betaalt;
  • betalingsregelingen treffen met handelscrediteuren.

Helaas wil het met deze maatregelen nu niet altijd lukken. Wat dan? Liquiditeitsbegrotingen zullen fluïde zijn en telkens moeten worden aangepast naar de feiten en omstandigheden van dat moment. Is er op dit moment voldoende liquiditeit en hoe ontwikkelt die zich naar verwachting? Wanneer gaat het echt niet meer?  

Uitstel van betaling (Surseance van betaling)
Als weliswaar het water aan de lippen staat, maar er nog wel zicht is op continuïteit (na de crisis), kan een gerechtelijk uitstel van betaling (een surseance van betaling) lucht geven. De surseance is nadrukkelijk gericht op continuïteit van de onderneming, na een sanering van de schuldenlast. De surseance creëert een periode van rust voor de onderneming.

Een surseance kan in de regel door het bestuur zelf worden aangevraagd, zonder medewerking van de aandeelhouders. Wel dient het verzoek door een advocaat te worden ingediend. De surseance kan ook op ieder moment worden aangevraagd en wordt vervolgens per kerende post door de rechtbank van toepassing verklaard. Per dat moment wordt dan “uitstel van betaling” verleend. De voor datum surseance bestaande concurrente verplichtingen worden gefixeerd en hoeven dan niet langer ten koste van de bestaande liquiditeit te worden voldaan. Deze rust kan vervolgens worden gebruikt om de bestaande schulden te saneren.

Gevolgen surseance
Een surseance heeft onder meer de volgende gevolgen:

  • Uitstel van betaling vanaf datum surseance;
  • Verhaalsacties van concurrente schuldeisers worden geschorst;
  • Gelegde beslagen vervallen na de definitieve verlening van de surseance van betaling (de surseance wordt in eerste instantie voorlopig verleend);
  • Er wordt een bewindvoerder door de rechtbank benoemd;
  • Het bestuur blijft bevoegd, maar dan wel samen met de bewindvoerder;
  • Verplichtingen vanaf datum surseance zullen moeten worden betaald (vandaar dat een liquiditeitsprognose zo van belang is);
  • De surseance werkt niet ten aanzien van vorderingen waaraan voorrang is verbonden (zoals fiscale schulden die zijn ontstaan voor de surseance), tenzij die niet verhaald kunnen worden op de goederen waarop de voorrang rust. Uitgangspunt is dat die schulden volledig worden betaald. Bijvoorbeeld: Het bedrijf heeft fiscale schulden die krachtens Invorderingswet verhaald kunnen worden op inventaris (fiscaal voorrecht gaat boven een eventueel pandrecht op inventaris). De fiscus kan de inventaris executeren en zich op de opbrengst verhalen. De fiscus hoeft zich niets van de surseance aan te trekken. Vanwege de recente overheidsmaatregelen die zijn getroffen kan het bedrijf wellicht met succes een beroep doen op uitstel van betaling van fiscale schulden. De verwachting is bovendien dat de fiscus zich op korte termijn terughoudend zal opstellen en geen executiemaatregelen zal treffen;
  • Ingeval het bedrijf niet in staat is de preferente schulden volledig te betalen kan er getracht worden een schikking met die schuldeisers te bereiken;
  • Er wordt op termijn een schuldeisersakkoord aangeboden aan alle concurrente schuldeisers. Dit houdt in dat deze schuldeisers een bepaald percentage van hun vordering vergoed krijgen.
  • Indien er een schuldeisersakkoord wordt aangeboden dan is uitgangspunt dat de preferente schuldeisers, zoals de fiscus, tenminste het dubbele percentage ontvangen dat aan de concurrente schuldeisers wordt aangeboden;
  • Pandhouders hoeven zich evenmin iets van de surseance aan te trekken. Pandhouders kunnen derhalve hun pandrechten uitoefenen. Dit houdt in dat pandhouders de verpande goederen executoriaal kunnen verkopen. Datzelfde geldt voor hypotheekhouders. De vraag is of het wel in het belang van de financier is om deze rechten (in deze tijd) uit te oefenen. Het ligt meer voor de hand dat de financier een pas op de plaats zal maken, zulks in afwachting van het slagen van een schuldeisersakkoord;
  • Indien het schuldeisersakkoord is aangenomen, dient de rechtbank dat akkoord nog te bekrachtigen (te homologeren). Het gehomologeerde akkoord is verbindend voor alle concurrente schuldeisers. Voor schulden die zijn betwist dient een voorziening te worden opgenomen. Voor het vaststellen van het bestaan en/of omvang van die schulden zal een gerechtelijke procedure na beëindiging van de surseance moeten worden opgestart;
  • Van belang is verder dat alle lopende overeenkomsten gerespecteerd moeten worden. Deze houden niet op te bestaan met de uitspraak tot verlening van surseance van betaling. Dit kan anders zijn in geval hierover een specifieke bepaling in de overeenkomst met de schuldeiser is opgenomen;
  • De huur kan worden opgezegd conform de overeengekomen of wettelijke termijn. In ieder geval is een termijn van 3 maanden voldoende;
  • Er kan werktijdverkorting voor het personeel worden aangevraagd;
  • Personeel kan ook worden ontslagen conform de overeengekomen of wettelijke termijn. In ieder geval is een termijn van 6 weken voldoende, behoudens bijzondere uitzonderingen. Er moet dan wel liquiditeit zijn om de ontslagvergoeding te betalen;

Plan van aanpak
Bel ons indien u wilt weten of een surseance in uw situatie toepasbaar zou kunnen zijn. Wij zijn u graag van dienst. Ons team kan u naast het advies over en het aanvragen van een surseance, vanzelfsprekend ook helpen bij het aanbieden van een buitengerechtelijk akkoord, het regelen van zaken met kredietverzekeraars, het ondersteunen bij aanvragen tot werktijdverkorting etc. Wij zijn u graag van dienst.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, neem dan contact op met Robbert Roeffen van de sectie Insolventie & Herstructurering.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (
Lees onze disclaimer).