Download dit artikel als PDF 29 november 2017

Gevolgen overplaatsing rechter voor geldigheid nadien uitgesproken vonnis?

Een rechtbank behandelt zaken in een enkelvoudige kamer of een meervoudige kamer. Een vonnis van een meervoudige kamer moet door drie rechters worden gewezen. Wat nu als op 30 september 2015 door de rechtbank een vonnis wordt uitgesproken terwijl één van de drie behandelend rechters per 1 juli 2015 is benoemd tot raadsheer in een gerechtshof? Is het vonnis dan wel rechtsgeldig? De betreffende rechter was immers tijdens de behandeling van de zaak nog wel bij de rechtbank werkzaam, maar niet meer toen het vonnis werd uitgesproken.

Hof komt er niet uit

U zult zeggen: Dat is toch spijkers op laag water zoeken. Maar dat is het volgens het gerechtshof Amsterdam allerminst. Dit hof heeft namelijk onlangs de Hoge Raad ingeschakeld om op deze vraag antwoord te krijgen. Wellicht was in deze zaak vóór 1 juli 2015 al een beslissing genomen en de hoofdlijn van de motivering van het vonnis bepaald, het vonnis was echter ná 1 juli 2015 nog gewijzigd, zij het op ondergeschikte punten. Het hof leidt daaruit af dat de (integrale) tekst van het vonnis pas na het vertrek van één van de drie rechters is vastgesteld en gewezen. Het hof vraagt zich af of het vonnis daarmee nietig is en, zo ja, wat daarvan de gevolgen zijn. Kan het hof bijvoorbeeld de zaak vervolgens zelf behandelen, als soort rechtbank? Het hof legt deze vragen voor aan de Hoge Raad.

Hoge Raad was eerder streng
Dat dergelijke situaties geen uitzondering zijn,  blijkt uit de eind vorig jaar gegeven beschikking in de Meavita-zaak. Daarin was één van de raadsheren van de Ondernemingskamer ten tijde van het uitspreken van de beschikking geen rechterlijk ambtenaar meer. Deze raadsheer was inmiddels met pensioen. In die zaak werd de beschikking van de Ondernemingskamer nietig geacht. Daarbij oordeelde de Hoge Raad dat een beschikking wordt gewezen wanneer alle rechters die over de zaak oordelen de tekst van de uit te spreken beschikking hebben vastgesteld. Op dat moment moet een rechter dus in functie zijn.

Toch geen geneuzel
Als je bedenkt dat rechterlijke uitspraken vergaande consequenties kunnen hebben voor de betrokkenen en voor de samenleving als geheel, moet je constateren dat dit geen formeel geneuzel is. Aan de wijze van totstandkoming worden niet voor niets eisen gesteld die nauwkeurig moeten worden nageleefd. Het verschil tussen de Meavita-zaak en deze zaak is dat de rechter hier niet zijn hoedanigheid van rechterlijk ambtenaar had verloren maar in een ander gerecht was benoemd. Daarom is het hof niet zeker van zijn zaak en schakelt het de Hoge Raad in. Uitspraak wordt in het voorjaar van 2018 verwacht.

 

Indien u naar aanleiding van deze blog vragen heeft of advies wenst, dan kunt u contact opnemen met Dineke van Dal of één van onze andere specialisten van de sectie Aansprakelijkheid en Procespraktijk.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).