Download dit artikel als PDF 19 maart 2018

(On)roerende zaak?

In het Nederlandse goederenrecht kennen we twee soorten zaken: roerende en onroerende zaken. Onroerende zaken zijn zaken die feitelijk in voortdurende verbinding staan met de grond en die bestemd zijn om op dezelfde plek te blijven. Men denkt in dat geval snel aan vastgoed. Alle andere zaken zijn roerend. Hoewel dit begrijpelijk lijkt, ontstaan er in de rechtspraak nog wel eens discussies over de vraag of een zaak roerend of onroerend is.

Door natrekking kunnen twee zaken namelijk één zaak worden. Natrekking betekent dat twee zaken zich verbinden en die verbinding zodanig is, dat de zaken niet van elkaar afgescheiden kunnen worden zonder dat er beschadiging wordt toegebracht aan één van de twee zaken. Op die manier kunnen een roerende en onroerende zaak dus samen verbonden worden en kan de roerende zaak daarmee een onroerende zaak worden.

Hoe zit dit?
De wet gaat ervan uit dat de eigenaar van een stuk grond, een onroerende zaak, ook eigenaar is van de met die grond verenigde gebouwen, werken en beplantingen. Aan ‘Met de grond verenigd’ wordt voldaan als de zaak in voortdurende verbinding staat met de grond. Ook moet de verbinding duurzaam zijn. Dit betekent dat de eigenaar van de grond niet automatisch ook eigenaar is van de tenten, stacaravans en woonwagens die al dan niet tijdelijk op zijn stuk grond staan. De beoordeling of de verbinding duurzaam is, hangt niet af van de technische mogelijkheid om de zaak te verplaatsen. Of een zaak vastzit aan de grond is dus niet bepalend. Er wordt vooral gekeken naar de naar buiten kenbare bestemming.   

Bestanddeel en hoofdzaak
Zoals eerder beschreven, wordt onder natrekking een verbinding tussen twee zaken verstaan. In de rechtspraak spreekt men over een ‘bestanddeel’ en een ‘hoofdzaak’. Een zaak wordt een bestanddeel van de hoofdzaak als de zaken niet van elkaar afgescheiden kunnen worden zonder dat er beschadiging wordt toegebracht aan één van de twee zaken. Toch kan er ook sprake zijn van een bestanddeel als de zaken los zitten. Het bestanddeel moet dan onderdeel uitmaken van de zaak. Dan wordt bijvoorbeeld gekeken naar de vraag of de hoofdzaak zonder dat onderdeel als incompleet moet worden beschouwd. Als het onderdeel bijvoorbeeld maar tijdelijk verbonden is en een hulpfunctie vervuld, wordt dat onderdeel niet als een bestanddeel gezien en is er geen sprake van natrekking; het blijven dan twee afzonderlijke zaken.

Roerende zaak en onroerende zaak
Door natrekking kan een roerende zaak direct, maar ook indirect met de grond verenigd zijn waardoor het een onroerende zaak wordt. Denk bijvoorbeeld aan een installatie die verenigd is met een gebouw (hoofdzaak) en een bestanddeel geworden is van dat gebouw. Dit gebouw moet dan wel weer ‘duurzaam verenigd’ zijn met de grond. Het moet dus een onroerende zaak zijn. De installatie is als bestanddeel dan ook een onroerende zaak. Mocht geconcludeerd worden dat de installatie geen bestanddeel is geworden van het gebouw, dan blijft de installatie in het algemeen een zelfstandige roerende zaak.

Rechtszaak over (on)roerende zaak
In het arrest van de Hoge Raad van 17 november 2017 werd de vraag gesteld of de koel- en rijpingscellen en stellages in een bedrijfsgebouw aangemerkt kunnen worden als een onroerende zaak. In deze zaak oordeelde het hof dat de koelings- & rijpingscellen en de stellages niet dusdanig verenigd zijn met het gebouw dat zij aangemerkt kunnen worden als bestanddelen van het gebouw. Daarmee blijven zij dus roerende zaken. Vervolgens werd cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad bepaalt dat met het oordeel van het hof de zaak niet af is. Hoewel de cellen en stellages niet op deze wijze verenigd zijn met het gebouw, kunnen zij wel feitelijk in voortdurende verbinding staan met de grond. Als dat ook duurzaam is, zouden de cellen en stellages door natrekking met de grond toch een onroerende zaak kunnen zijn. Naar het oordeel van de Hoge Raad had het hof ook aan die maatstaf nog apart moeten toetsen. De Hoge Raad verwijst de zaak daarom naar het Gerechtshof Amsterdam om hier alsnog een oordeel over te vormen

Verandering toets (on)roerende zaak?
Eerder ging de rechtspraak ervan uit dat als bepaald werd dat een roerende zaak niet op zodanige wijze was verbonden met een onroerende zaak (die duurzaam met de grond verenigd was), deze roerende zaak geen bestanddeel was geworden van het gebouw en daarmee ook niet onroerend was geworden. Maar met deze uitspraak van de Hoge Raad blijkt dat alleen die toets onvoldoende is en de werkwijze in de toekomst als volgt zal zijn:

  • Als blijkt dat een zaak níet op dusdanige wijze met een onroerende zaak verenigd is en er geen sprake is van een bestanddeel, blijft de roerende zaak in eerste instantie ‘gewoon’ een roerende zaak.
  • In bijzondere gevallen kan het zo zijn dat de roerende zaak weliswaar niet op dergelijke wijze verbonden is met de onroerende zaak, maar dat er tóch sprake is van een onroerende zaak omdat die door natrekking met de grond onroerend is geworden. De onroerende zaak moet dan in verbinding staan met de grond en bestemd zijn om duurzaam op dezelfde plaats te blijven.

Of de koelings- & rijpingscellen en stellages in deze zaak toch onroerend zijn, zal het oordeel van het Gerechtshof Amsterdam nog moeten uitwijzen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Floortje van Tilburg of Lara Dirven. Floortje en Lara zijn lid van de sectie Insolventie & Herstructurering.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).