Restructuring

Wijzigingen omtrent grensoverschrijdende insolventies

Faillissementen hebben niet zelden een grensoverschrijdend karakter. Zo kunnen goederen van de failliet in een andere lidstaat staan. Het is dan de vraag of en via welke regels de curator die goederen mag opeisen. En of de bevoegdheden van de curator door een andere lidstaat worden erkend. Daarnaast kan worden afgevraagd in welke lidstaat iemand, zoals een buitenlandse crediteur, een faillissement kan aanvragen en bij welke rechter diegene de aanvraag moet indienen. Hoe worden grensoverschrijdende insolventies na de Brexit geregeld?

Europese Insolventieverordening
De Europese Insolventieverordening (IVO) bevat regels over onder meer deze onderwerpen. De IVO bepaalt welke rechter bevoegd is om een insolventieprocedure te openen en welk recht van toepassing is op de afwikkeling van de insolventieprocedure. Voorbeelden van insolventieprocedures zijn een faillissement en een surseance van betaling. Het belangrijkste aspect van de IVO is dat dit de basis vormt voor de wederzijdse erkenning van insolventieprocedures in Europa.

VK niet meer gebonden aan IVO
De Brexit heeft gevolgen voor het toepassingsbereik van de IVO. Vanwege de Brexit is het VK vanaf 1 januari 2021 namelijk niet meer gebonden aan de IVO. Bovendien voorziet het Brexit-akkoord niet in een (vervangende of alternatieve) regeling voor grensoverschrijdende insolventies.

Dit heeft twee belangrijke gevolgen:

  • Insolventieprocedures uit Nederland en andere EU-lidstaten worden niet meer automatisch erkend in het VK, en andersom.
  • De rechterlijke bevoegdheid voor het openen van een insolventieprocedure en de erkenning en gevolgen van een insolventieprocedure moeten worden bepaald aan de hand van het nationale recht van elke EU-lidstaat en dat van het VK.

Nederlandse faillissementen en surseances worden daarom niet meer automatisch erkend in het Verenigd Koninkrijk en omgekeerd geldt hetzelfde in Nederland voor de insolventieprocedures uit het VK. Ook de bevoegdheden van bijvoorbeeld curatoren en bewindvoerders worden hierdoor niet meer automatisch erkend in het VK. Dit zal naar verwachting meebrengen dat een grensoverschrijdende insolventieprocedure tussen EU-lidstaten en het VK juridisch complexer wordt.

Overigens blijft het VK wel gebonden aan de IVO indien het gaat om een insolventieprocedure die is geopend op of vóór 31 december 2020.