01 september 2012

De uitkeringstest bij aandeelhoudersleningen: (g)een brug te ver?

LIBER AMICORUM PETER VAN DER ZANDEN - De nieuwe Flex-bv-wetgeving gaat er eindelijk komen. Uitgangspunt van de nieuwe wet is om de regelingen voor besloten vennootschappen eenvoudiger en flexibeler te maken. De hoofdlijnen van het wetsvoorstel zijn blijkens de memorie van toelichting: meer vrijheid van inrichting4 en een evenwichtig systeem van crediteurenbescherming. Bij deze crediteurenbescherming wordt enerzijds de verplichting om een minimumkapitaal aan een vennootschap te verstrekken afgeschaft5 en worden allerlei formaliteiten ten aanzien van de volstorting van aandelen niet gehandhaafd (zoals een bankverklaring bij storting in geld of een accountantsverklaring bij inbreng in natura). Maar anderzijds worden er grenzen gesteld aan de mogelijkheden van de vennootschap om eigen aandelen in te kopen (artikel 2:207 BW), te besluiten tot kapitaalvermindering (artikel 2:208 BW) dan wel aan aandeelhouders winstuitkeringen dan wel uitkeringen uit de reserves te doen (artikel 2:216 BW). Deze nieuwe crediteurenbeschermingsregeling komt er, kort gezegd, op neer dat bestuurders jegens de vennootschap (hoofdelijk) aansprakelijk zijn, indien zij aan een dergelijk uitkeringsbesluit hun goedkeuring geven, terwijl zij wisten of redelijkerwijs behoorden te voorzien dat de vennootschap na uitkering niet kan voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden, en wel voor het daardoor ontstane tekort.


Bekijk download