Download dit artikel als PDF 26 oktober 2015

Boetebeleid Minister van SZW op de schop

In de Wet arbeid vreemdelingen ( “Wav”) zijn regels neergelegd ten aanzien van het te werk stellen van vreemdelingen in Nederland. De hoofdregel is dat een vreemdeling een tewerkstellingsvergunning moet hebben voordat hij of zij aan de slag mag. Deze wetgeving blijkt voor veel werkgevers nog steeds een struikelblok te zijn. Wanneer de Wav wordt overtreden, kan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een bestuurlijke boete opleggen. De Minister dient hierbij zogenaamde beleidsregels in acht nemen. Recentelijk heeft de Minister de beleidsregels gewijzigd. De hoogste bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is het echter niet eens met deze wijziging en fluit de Minister terug.

Wijziging boetebeleid
In de Beleidsregel boeteoplegging Wav 2013 is bepaald in welke gevallen een boete wordt opgelegd. Daarnaast worden regels gegeven omtrent het vaststellen van de hoogte van de boete. De Minister van SZW dient deze beleidsregel in acht te nemen. In 2013 heeft de Minister naar aanleiding van nieuwe wetgeving de beleidsregels aangepast en de boetes in sommige gevallen verhoogd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de hoogste bestuursrechter die zich over Wav-zaken buigt, oordeelde dat de Minister deze verhoging – vooralsnog – ten onrechte heeft doorgevoerd.

Wat was er aan de hand?
Op 20 september 2013 constateert de Inspectie SZW dat een tweetal vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning aan het werk zijn bij een werkgever, zijnde een natuurlijk persoon. Naar aanleiding van deze overtreding, legt de Minister de werkgever een boete op van € 12.000,--. In de beleidsregels is het volgende bepaald:

  • Voor een dergelijke overtreding geldt een boetenormbedrag € 12.000,-- per overtreding per persoon opgelegd;
  • Voor de werkgevers als natuurlijk persoon geldt als uitgangspunt dat voor de berekening van de boete 0,5 maal het boetenormbedrag (in dit geval € 12.000,--) wordt gehanteerd. Het boetenormbedrag bedraagt dan € 6.000,-- per persoon per overtreding;
  • De boete kan met 25%, 50% of 75% worden gematigd, afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de evenredigheid.

Zoals ik al opmerkte, zijn de boetebedragen aangepast. Op grond van de vorige beleidsregel gold een boetenormbedrag van € 8.000,--. De Minister heeft volgens de Afdeling onvoldoende inzichtelijk gemaakt of de verhoging evenredig is gelet op de zwaarte van de overtreding en de beoogde afschrikkende werking. De Afdeling oordeelt dan ook dat de Minister is gehouden dit gebrek  te herstellen. Tot die tijd dient de Minister uit te gaan van een boetenormbedrag van € 8.000,-- in plaats van € 12.000,--.

In het onderhavige geval betekent dit dat de hoogte van de boete op te leggen aan een natuurlijk persoon in beginsel € 4.000,-- per overtreding per persoon is, behoudens eventuele matiging. Er is dus werk aan de winkel voor de Minister!

Indien u vragen heeft over de bestuurlijke boete of de Wav, kunt u contact opnemen met één van onze specialisten Vastgoed & Omgeving.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).