Download dit artikel als PDF 08 juni 2017

De Hoge Raad in de bres voor medezeggenschap

Medezeggenschap van werknemers is onder andere geregeld in de Wet op de Ondernemingsraden (de WOR). Het belangrijkste artikel in de WOR bepaalt dat ondernemingen met 50 of meer werknemers een ondernemingsraad (OR) dienen te hebben. Een OR vertegenwoordigt de werknemers ten behoeve van overleg met de ondernemer. Meer in het bijzonder is in de WOR geregeld dat de OR het recht heeft om de ondernemer van advies te voorzien bij belangrijke beslissingen van financieel-economische of bedrijfsorganisatorische aard die de ondernemer van plan is te gaan nemen.

Een ondernemer moet bijvoorbeeld aan de OR advies vragen als hij van plan is de onderneming of een gedeelte daarvan te verkopen. Gezien de mogelijke personele consequenties die zo’n voorgenomen besluit van de ondernemer heeft, lijkt dit ook niet meer dan logisch. Maar wat nou als een onderneming failliet is en een curator de onderneming wil verkopen?

Verhouding curator t.o.v. de OR
Op basis van de WOR is het onduidelijk hoe de curator en de OR zich tot elkaar hebben te verhouden. In de praktijk vroegen curatoren, die de failliete onderneming of onderdelen daarvan wensten te verkopen - al was het alleen al om geen vertraging op te lopen - bijna nooit advies aan de OR, terwijl het belang voor de werknemers toch evident is.

Medio 2016 besliste de Ondernemingskamer van het Amsterdamse Gerechtshof dat de curator van DA drogisterijen niet gehouden was advies te vragen aan de OR als hij de onderneming vanuit het faillissement liquideerde of de onderneming geheel of gedeeltelijk verkocht. De Ondernemingskamer accordeerde feitelijk de bestaande praktijk. De OR van DA is tegen deze beslissing in cassatie gegaan.

Op 2 juni 2017 heeft de Hoge Raad beslist dat de OR in sommige gevallen wel degelijk om advies moet worden gevraagd. Zowel voor het medezeggenschapsrecht als voor het faillissementsrecht is dit een belangrijke beslissing.

Twee scenario’s
Een curator moet, zo meent de Hoge Raad, onderscheid maken tussen twee scenario’s. Afhankelijk van welk scenario de curator voorstaat, dient hij ten opzichte van de OR anders te handelen.

  1. Als een curator besluit personeel te ontslaan of besluit tot verkoop van goederen van de failliete onderneming omdat de onderneming wordt geliquideerd, behoeft de curator geen advies te vragen aan de OR.
  2. Als de curator de onderneming of onderdelen daarvan verkoopt in het kader van een zogenaamde doorstart, waarbij die onderneming of een onderdeel daarvan – en dus mogelijk de daarbij behorende werkgelegenheid – in stand blijft, dient de curator de OR wel om advies te vragen.

Doorstart
De OR dient in een doorstartsituatie, zo vindt de Hoge Raad, wel flexibel en snel te zijn en niet van de curator te verlangen dat hij zich houdt aan de formele eisen die de OR in een regulier advies traject van de ondernemer mag verlangen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Jaap Broekman of met één van onze andere specialisten van de sectie Arbeid en Medezeggenschap.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).