Download dit artikel als PDF 30 april 2021

De onaanraakbare stichtingsbestuurder (althans tot 1 juli 2021)

Een statutair bestuurder van een vennootschap of van een stichting kent een andere juridische positie dan een werknemer. Zo’n bestuurder wordt niet aangenomen om onder leiding en toezicht werkzaamheden te verrichten zoals een ‘gewone’ werknemer. Nee, een bestuurder wordt aangesteld door een Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) of een Raad van Toezicht (RvT) om het roer van de vennootschap of de stichting zelf in de hand te nemen en dat schip op eigen kracht de haven in of uit te loodsen (afhankelijk van waar dat schip naartoe wil).

De vennootschap c.q. stichting geeft de zeggenschap dus in zekere zin uit handen. Vertrouwen is dan cruciaal. Dit betekent dan ook dat het mogelijk zou moeten zijn dat een bestuurder – als het vertrouwen wegvalt – door de AvA of de RvT ontslagen moet kunnen worden. Bijvoorbeeld om plaats te maken voor een nieuwe bestuurder waarin wel vertrouwen bestaat. Voor vennootschappen (een BV of NV) is dit in de wet en jurisprudentie dan ook zo geregeld.

Ontslag statutair bestuurder
Bij de beëindiging van een vast dienstverband van een ‘gewone’ werknemer wordt er altijd door het UWV (bij bedrijfseconomische ontslagen of na twee jaar ziekte) dan wel de kantonrechter (bij disfunctioneren of een verstoorde arbeidsverhouding) getoetst of het ontslag wel door de beugel kan. Een B.V. kan dus niet zomaar zelf een werknemer ontslaan. Voor de bestuurder geldt dat wel. Een statutair bestuurder kan door de AvA (soms door de Raad van Commissarissen (RvC), maar dat laat ik hier even buiten beschouwing) ontslagen worden zonder dat het UWV of de kantonrechter daar iets over te zeggen heeft. En als die bestuurder dan ontslagen is, kan hij – bijvoorbeeld omdat er geen grond was voor het ontslag of er anderszins onjuist gehandeld is – weliswaar een schadevergoeding claimen maar geen herstel van de dienstbetrekking. Een werknemer kan dat wel.

Ontslag stichtingsbestuurder
Vreemd genoeg is dit voor een stichtingsbestuurder heel anders. Een ontslag van een bestuurder van een stichting als bestuurder maakt hem niet werknemer af, zoals bij de bestuurder van een vennootschap wel het geval is. De (ex)bestuurder blijft in dienst en de RvT zal - als ware het een gewone werknemer – met die (ex)bestuurder langs het loket van het UWV of het bureau van de kantonrechter moeten. Die kunnen de ontslagvergunning weigeren of de arbeidsovereenkomst niet ontbinden. De bestuurder van de stichting kan bovendien – als het UWV of de kantonrechter de RvT wel de zegen geeft - in hoger beroep alsnog herstel van de dienstbetrekking vorderen.

En dan kan het nog lastiger. Als er geen RvT maar alleen maar een bestuur is, kan een bestuurder weliswaar ontslagen worden maar alleen maar door de rechtbank als daar door een belanghebbende (lees: de rest van het bestuur) om wordt gevraagd en dan alleen maar als de bestuurder óf in strijd met de statuten handelt óf zich schuldig maakt aan wanbeheer.

Als je de rechterlijke uitspraken op dit soort procedures naleest, moet je constateren dat het helemaal niet eenvoudig is als bestuur om succesvol een verzoek aan de rechtbank te doen. Dit betekent dat in het geval er bijvoorbeeld een driekoppig bestuur is en het vertrouwen in één van de drie ontbreekt bij de andere twee, ontslag eigenlijk niet mogelijk is, wat effectief besturen in de praktijk dan praktisch onmogelijk maakt.

Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen
Maar, niet getreurd. Met ingang van 1 juli 2021 wordt de ontslagbescherming van een stichtingsbestuurder veel minder sterk. Dit wordt geregeld in de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). De WBTR, waarover al heel lang wordt gepraat, is onder andere in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat patstellingen in een stichtingsbestuur, die uiteindelijk schadelijk zijn voor het belang van zo’n stichting, uit de wereld geholpen kunnen worden. In de WBTR wordt overigens nog veel meer wordt geregeld maar daar kom ik later nog wel een keer op terug. Nu eerst de stichtingsbestuurder. Wat gaat daar mee gebeuren?

Geregeld wordt met name dat de rechter de arbeidsovereenkomst van een (ex)bestuurder niet meer kan herstellen nadat de betreffende bestuurder is ontslagen. Dat betekent dat vanaf 1 juli 2021 de Raad van Toezicht de arbeidsovereenkomst van een stichtingsbestuurder kan opzeggen en dat die opzegging niet aan te tasten is. Dat betekent feitelijk dat de Raad van Toezicht ook niet meer langs het UWV of de kantonrechter hoeft.

Net als bij een bestuurder van een vennootschap betekent dit overigens niet dat een bestuurder helemaal niks kan doen als zijn ontslag ongegrond of anderszins onjuist is. Herstel kan niet, maar een schadevergoeding vorderen kan nog steeds. Een stichting moet namelijk nog steeds een adequate grond hebben om een bestuurder ontslaan, zoals dat ook voor een bestuurder van een vennootschap of voor een reguliere werknemer geldt.

Ook in het geval er geen Raad van Toezicht maar alleen maar een bestuur is worden de mogelijkheden voor ontslag verruimd. Er komen meer gronden. Een bestuurder kan door de rechter ontslagen worden wegens:

  • Verwaarlozen van zijn taak;
  • Ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan het voortduren van het bestuurderschap in de redelijkheid niet gedeeld kan worden;
  • Het niet of niet behoorlijk voldoen aan een bevel van de voorzieningenrechter;
  • Andere gewichtige redenen.

Kortom, de positie van een stichtingsbestuurder als vreemde eend in de bestuurdersbijt wordt weggenomen door de WBTR. Althans, bijna helemaal. De mogelijkheden om een bestuurder van een stichting te ontslaan gaan lijken op de mogelijkheden die een aandeelhoudersvergadering heeft om de bestuurder van de vennootschap te ontslaan en dus ook – wat natuurlijk wel de bedoeling is – een ontslag mogelijk te maken als het vertrouwen om wat voor reden dan ook in de betreffende bestuurder is gaan ontbreken.

Het klinkt wat vreemd uit de mond van een kritische jurist, maar: lang leve de WBTR.

Wilt u meer weten over deze blog, dan kunt u contact opnemen met Jaap Broekman of met één van onze andere Arbeidsrechtadvocaten.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in (Lees onze disclaimer).