Download dit artikel als PDF 28 februari 2019

Gaat curator nog wel tegen buitenlandse partijen procederen?

Het Europese Hof van Justitie heeft op 6 februari van dit jaar een belangwekkende uitspraak gedaan die gaat over welke rechter bevoegd is om te oordelen over een door de curator tegen een buitenlandse partij ingestelde zogeheten Peeters/Gatzen-vordering (schadevergoedingsvordering). In welk land moet de curator een dergelijke vordering instellen? En welke gevolgen heeft deze uitspraak voor schuldeisers van gefailleerde personen en ondernemingen?

De achtergrond van deze uitspraak is een geschil tussen een curator en een Belgische bank, waartegen de curator van een gefailleerd deurwaarderskantoor en haar gefailleerde bestuurder procedeerde. De bestuurder had vóór de faillissementen ongeveer een half miljoen euro van de kwaliteitsrekening (waarop geld van klanten van het deurwaarderskantoor stond geparkeerd) overgemaakt naar een Belgische bankrekening. Vervolgens had de bestuurder dat geld in België opgenomen en verduisterd. De bestuurder werd daarvoor uit zijn deurwaardersambt gezet en door de strafrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf.

Peeters/Gatzen-vordering
De curator stelt vervolgens een Peeters/Gatzen-vordering in tegen de Belgische bank tot betaling van het door de bestuurder opgenomen bedrag. Volgens de curator zou de bank onrechtmatig hebben gehandeld tegenover de schuldeisers door zonder slag of stoot mee te werken aan de geldopnames, waardoor de schuldeisers schade hebben geleden. Het geld zou anders immers ten goede zijn gekomen aan de schuldeisers.

De Peeters/Gatzen-vordering is een onrechtmatige daadvordering die de curator voor alle schuldeisers van de failliet kan instellen tegen degene die betrokken is bij de benadeling van de schuldeisers. Het gaat om een vordering die de failliet zelf niet instelt. De curator kan die vordering bijvoorbeeld instellen wanneer een notaris heeft meegewerkt aan het leveren van onroerend goed voor een te laag bedrag, terwijl de notaris wist dat het faillissement van de verkoper te verwachten was.

De opbrengst van de vordering wordt niet direct ontvangen door de schuldeisers, maar valt in de faillissementsboedel. Die wordt dan door de curator op de gebruikelijke manier verdeeld onder alle schuldeisers.

Welke rechter bevoegd?
Partijen en de gerechtelijke instanties verschillen in deze procedure van mening over de vraag welke rechter bevoegd is over de Peeters/Gatzen-vordering te oordelen. Enkele rechters hadden in andere procedures geoordeeld dat voor een dergelijke vordering de Nederlandse rechter bevoegd was. Er zouden in dit geval twee wegen kunnen worden bewandeld:

  • De Nederlandse rechter zou op grond van de Europese Insolventieverordening bevoegd zijn, omdat het faillissement in Nederland is uitgesproken.
  • De Belgische rechter zou op grond van de EEX-Verordening bevoegd zijn, omdat de wederpartij in België is gevestigd.

De Hoge Raad heeft hierover prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie.

Oordeel van Hof van Justitie
Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de Peeters/Gatzen-vordering valt onder de EEX-Verordening, (in het kort) omdat het een schadevergoedingsvordering op grond van onrechtmatige daad is. Dat betekent dat de schadevergoedingsvordering in principe moet worden ingesteld bij de rechter van het land waarin de wederpartij woont of is gevestigd. In dit geval moest de curator de vordering dus instellen bij de Belgische rechter en niet bij de Nederlandse rechter.

Gevolgen voor schuldeisers
Het ontbreken van rechtsmacht kan de curator belemmeren bij de afwikkeling van faillissementen. De curator moet dan namelijk in het buitenland gaan procederen, wat meer tijd en geld zal kosten. Hoewel de curator ook met andere vorderingen geld (terug) in de boedel kan brengen, is de Peeters/Gatzen-vordering wel een belangrijke vordering die curatoren met enige regelmaat instellen. Deze uitspraak zal naar verwachting tot gevolg hebben dat de curator eerder geen dan wel een Peeters/Gatzen-vordering voor de schuldeisers zal gaan instellen tegen een buitenlandse wederpartij.

Conclusie
Met deze uitspraak is duidelijk geworden bij welke rechter de curator een Peeters/Gatzen-vordering tegen een buitenlandse wederpartij moet instellen. Dat is in principe de rechter in het land waarin de wederpartij woont of is gevestigd. Het zal duidelijk zijn dat deze uitspraak een drempel voor de curator opwerpt. Indien de curator hierom geen Peeters/Gatzen-vordering instelt, kunnen de schuldeisers nog wel overwegen om zelf in het buitenland te gaan procederen tegen de buitenlandse partij.


Wilt u meer weten over deze blog, dan kunt u contact opnemen met Aaron Bouman, Robbert Roeffen of één van onze collega's van de sectie Insolventie & Herstructurering.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).