Download dit artikel als PDF 23 januari 2020

Gemeenten trekken bij rechter aan kortste eind over tarieven voor jeugdzorg.

In zorgland houden de tarieven die gemeenten willen hanteren bij de inkoop van jeugdzorg de gemoederen de laatste tijd flink bezig. Op 22 oktober 2019 oordeelde de Haagse voorzieningenrechter dat 10 gemeenten in de regio Haaglanden opnieuw naar de tarieven moeten kijken. Op 9 januari 2020 heeft de Maastrichtse voorzieningenrechter geoordeeld dat een kortingsregeling die 16 Limburgse gemeenten willen hanteren niet door de beugel kan.

Jeugdhulp
Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor het bieden van jeugdhulp op grond van de Jeugdwet. Gemeenten organiseren voor de inkoop van deze jeugdhulp veelal per regio en/of geclusterde inkoopprocedures. Overeenkomsten die met zorgaanbieders worden gesloten, kennen daarnaast in de regel specifieke bepalingen over de aanpassing van tarieven. Er is in toenemende mate discussie over de vraag of gemeenten wel reële en kostendekkende tarieven hanteren bij de inkoop van de zorg of bij de door hen gewenste aanpassing van tarieven. In de afgelopen maanden heeft dat tenminste twee keer tot een kort geding geleid, waarin de rechter gemeenten in het ongelijk heeft gesteld. Hieronder worden deze beide zaken kort besproken.

Regio Haaglanden
Tien (10) gemeenten in de regio Haaglanden, waaronder de gemeente Den Haag, zijn gezamenlijk een inkoopprocedure gestart voor inkoop van jeugdhulp voor de jaren 2020-2024. Zorgaanbieder Stichting Jeugdformaat en 11 andere (groteren en kleinere) zorgaanbieders die zich bij haar hebben aangesloten, stellen zich op het standpunt dat de door de gemeenten aangeboden tarieven te laag en niet kostendekkend zijn. Zij stellen dat zij tegen de aangeboden tarieven niet langer in staat zijn om goede zorg te verlenen en dat zij hiermee structureel verlies zullen leiden.

De Haagse voorzieningenrechter komt in haar uitspraak van 22 oktober 2019 onder meer tot de conclusie dat de gemeenten in de procedure verschillende definities hanteren bij de cijfers en percentages waarop zij de aangeboden tarieven baseren. Hierdoor worden als het ware “appels en peren vergeleken”, aldus de voorzieningenrechter. Ook vindt de rechter dat de gemeenten onvoldoende rekening houden met regionale en organisatie specifieke aspecten die van invloed zijn op de kostprijs van de jeugdhulp. De tien gemeenten moeten daarom de tarieven die zij hanteren zodanig wijzigen dat deze wel in lijn zijn met de Jeugdwet. Dit is een vergaande voorziening, die wordt uitgesproken ondanks de tijdsnood die daardoor voor de gemeenten ontstaat omdat de nieuwe contracten per 1 januari 2020 zouden moeten ingaan. De rechter overweegt nog dat het haar aangewezen lijkt dat partijen spoedig in overleg treden om tot een oplossing te komen in het belang van de kwetsbare jeugdigen.

Limburgse gemeenten
Zestien (16) Limburgse gemeenten, waaronder de gemeente Maastricht, kopen sinds 2019 de jeugdhulp in via zogenaamde “open house”-procedures. Met zorgaanbieders die voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen wordt een overeenkomst gesloten voor meerdere jaren. Onderdeel van die overeenkomsten is een declaratieprotocol dat jaarlijks kan worden aangepast. Eind oktober 2019 hebben de gemeenten het nieuwe declaratieprotocol voor 2020 gepubliceerd, met daarin ook opgenomen de tarieven voor 2020 en een kortingsregeling. Zes zorgaanbieders stellen zich op het standpunt dat de tarieven die de gemeenten willen hanteren niet reëel en niet kostendekkend zijn en dat sprake is van strijd met de Jeugdwet. Zij starten een kort geding tegen de gemeenten.

De voorzieningenrechter in Maastricht heeft op 9 januari 2020 vonnis gewezen en de zorgaanbieders in het gelijk gesteld. De rechter overweegt dat elke gemeente de partijen die zij jeugdhulp laten uitvoeren een reëel tarief moeten aanbieden. De rechter voegt daaraan toe dat het (lage) tarief niet ten koste mag gaan van de kwaliteit van de te leveren zorg. Dat betekent dat het tarief kostendekkend moet zijn voor elke aanbieder. Een gemeente moet bovendien inzicht geven in de bevindingen en afwegingen omtrent de invloeden die worden meegewogen bij de inschatting van wat een reëel tarief is. Volgens de rechter hebben de gemeenten dat in deze zaak onvoldoende gedaan en hebben zij de zorgaanbieders bovendien met de kortingsregeling overvallen, hetgeen onzorgvuldig is. De rechter verbiedt de gemeenten om de inkoopprocedure voort te zetten, tenzij deze kortingsregeling wordt geschrapt.

Commentaar
Deze beide uitspraken illustreren dat gemeenten bij de inkoop van jeugdhulp er alles aan doen om de kosten van de ingekochte zorg zo laag mogelijk te houden en dat rechters daar -terecht- zeer kritisch op zijn. De gemeenten in beide zaken krijgen een forse tik op de vingers. Uit beide uitspraken volgt ook dat de kosten van de zorg kostendekkend moeten zijn voor elke aanbieder en dat gemeenten rekening moeten houden met specifieke regionale- en organisatieaspecten.


Wilt u meer weten over deze blog, dan kunt u contact opnemen met Boudewijn Cremers van ons brancheteam Zorg.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).