Download dit artikel als PDF 15 april 2020

Succesvol aansprakelijk stellen accountant geen sinecure

Accountants dienen als beroepsbeoefenaar te handelen als een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot (de zogenaamde maatmannorm). Schending van deze zorgvuldigheidnorm levert in civielrechtelijke zin een beroepsfout op, die de accountant aansprakelijk maakt voor de als gevolg van de fout geleden schade. Dat geldt niet alleen ten opzichte van de opdrachtgever van de accountant maar onder omstandigheden ook ten opzichte van derden. Dat klinkt allemaal redelijk rechttoe rechtaan, maar in de praktijk is het succesvol aansprakelijk stellen van een accountant niet eenvoudig.

Op 18 december 2019 heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak tussen een schuldeiser van een failliete vennootschap en de voormalig accountant van die vennootschap. De rechtbank neemt weliswaar de normschending door de accountant aan, maar wijst de vorderingen toch af omdat er geen causaal verband is tussen de normschending en de gestelde schade.

Feiten
Mondriaan Ventures BV (“Mondriaan”) is een joint venture tussen Delta Lloyd en Rabo Ventures. Mondriaan is opgericht om te investeren in Econcern BV (“Econcern”). Van PwC traden twee accountants op als extern controlerend accountants van Econcern.

Econcern is opgericht in 1999 en heeft zich toegelegd op duurzame energievoorziening. De vennootschap is in de jaren tot 2007 fors gegroeid en heeft ook voor de jaren daarna grote groeiambities. Volgens een ambitieus businessplan zou er in 5 jaar tijd bijna EUR 5 miljard geïnvesteerd moeten worden. Voor deze investeringen zocht Econcern investeerders die zouden deelnemen in haar kapitaal. Mondriaan heeft in 2008 in Econcern geïnvesteerd voor ruim EUR 146 miljoen. In juni 2009 gaat Econcern echter failliet, waardoor Mondriaan haar investering ziet verdampen.

Stelling Mondriaan
Mondriaan heeft in Econcern geïnvesteerd nadat de accountants van PwC bij de jaarrekening van 2007 van Econcern een goedkeurende verklaring hebben gegeven. Zij stelt dat zij zonder deze verklaring niet was ingestapt. Mondriaan baseert haar stelling op uitkomsten van een onderzoek van de curatoren van Econcern. In dat onderzoek concluderen de curatoren namelijk onder meer dat de jaarrekeningen 2006 en 2007 een groot aantal posten bevatten die niet als zodanig in de jaarrekeningen opgenomen hadden mogen worden. Aldus het onderzoek heeft PwC de jaarrekening 2007 ten onrechte van een goedkeurende verklaring voorzien.

Tuchtrechtelijke procedure
De curatoren dienen een tuchtklacht in tegen de accountants van PwC bij de Accountantskamer. Ook Delta Lloyd doet dat. De Accountantskamer verklaart beide klachten gegrond en schorst de accountants voor één maand. Aldus de Accountantskamer is niet aannemelijk geworden dat de accountants voldoende en geschikte controlewerkzaamheden hebben verricht en is evenmin aannemelijk geworden dat zij voldoende en geschikte controle-informatie hebben gekregen. Zij hebben de controle van de jaarrekening 2007 met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling gepland en uitgevoerd, als gevolg waarvan een goedkeurende verklaring in het maatschappelijk verkeer is gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag bestond. Een duidelijk en vernietigend oordeel. De accountants gaan daartegen weliswaar in beroep, maar vervolgens treffen zij met de curatoren een schikking. Er is EUR 25 miljoen aan de boedel van Econcern betaald en het hoger beroep is door de curatoren ingetrokken.

Mondriaan start een eigen (civielrechtelijke) procedure tegen PwC en de beide accountants. Zij vordert een verklaring voor recht dat er ten opzichte van haar onrechtmatig is gehandeld en zij vordert als schade het bedrag van haar investering vermeerderd met rente. PwC voert de nodige verweren.

Oordeel rechtbank
De rechtbank is in haar vonnis helder over de gestelde normschending. Onder verwijzing naar de alom bekende norm uit het Vie d’Or-arrest van de Hoge Raad uit 2006 concludeert de rechtbank dat het ook civielrechtelijk verwijtbaar is dat goedkeuring aan een jaarrekening is gegeven terwijl daarvoor geen basis bestaat. Dat is namelijk de kern van een accountantscontrole. De rechtbank neemt de overwegingen van de Accountantskamer over en concludeert dus dat de accountants niet hebben gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam extern controlerend accountant mocht worden verwacht. Dat geldt ook ten opzichte van Mondriaan als derde partij. Zij moet haar gedrag immers kunnen afstemmen op informatie uit de jaarrekening en de goedkeurende verklaring daarbij. Zij moet er bij het nemen van een investeringsbeslissing op kunnen vertrouwen dat het gepresenteerde beeld niet misleidend is. De belangen van Mondriaan waren kenbaar voor PwC, zodat de fouten die de accountants hebben gemaakt ook ten opzichte van Mondriaan onzorgvuldig handelen oplevert. Tot zover niets aan de hand.

Ondanks dit duidelijke oordeel over de normschending ontspringt PwC toch de dans. De rechtbank oordeelt immers vervolgens dat er geen causaal verband is tussen de normschending en de gevorderde schade (de investering van Mondriaan in Econcern). Dit verband wordt in zaken waarin het gaat over beroepsaansprakelijkheid vastgesteld door een vergelijking te maken van de feitelijke situatie mét fout en de hypothetische situatie zonder fout. Mondriaan stelt dat er zonder fout geen goedgekeurde jaarrekening zou zijn geweest en dat zij dan niet zou hebben geïnvesteerd. De rechtbank gaat daar niet in mee. Zij concludeert dat er waarschijnlijk uiteindelijk wel een goedkeurende verklaring zou zijn gegeven als er geen fouten waren gemaakt, zodat niet zonder meer aangenomen wordt dat Mondriaan niet zou hebben geïnvesteerd als de accountants geen fout hadden gemaakt.

Mondriaan stelt ook nog dat de jaarrekening (met goedkeurende verklaring maar) zonder fout een getrouw beeld van de financiële positie zou hebben gegeven en dat zij ook in dat geval geen investering had gedaan. Ook in dit scenario volgt de rechtbank Mondriaan niet. Zij neemt daarbij in aanmerking dat Mondriaan in het investeringstraject zelf door deskundigen (eveneens accountants) werd bijgestaan en dat zij bovendien over meer informatie beschikte dan alleen de jaarrekening. Het was dus duidelijk voor Mondriaan dat het ging om een grote en risicovolle investering in een bedrijf met een enorme kapitaalbehoefte maar ook met een erg hoge winstverwachting. De vorderingen van Mondriaan worden dus afgewezen. Mondriaan heeft in de media aangekondigd in hoger beroep te gaan. Het is ondergetekenden niet bekend of zij dat ook daadwerkelijk heeft gedaan. Wordt mogelijk dus vervolgd.

Commentaar
Deze uitspraak laat maar weer eens zien dat zelfs in sprekende gevallen, waarin overduidelijk sprake is van een fout van een accountant, niet altijd een veroordeling tot het betalen van schadevergoeding volgt. Als advocaat van een partij die een accountant aansprakelijk wil stellen, is het van groot belang om niet alleen de normschending zelf te onderbouwen, maar met name ook aandacht te besteden aan het causale verband tussen die normschending en de schade die daar het gevolg van is. Anders is al snel sprake van een Pyrrusoverwinning.

Wilt u meer weten over deze blog, dan kunt u contact opnemen met Boudewijn Cremers en Anna Kitslaar van onze sectie Aansprakelijkheid & Procespraktijk en ons brancheteam Finance.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).