Download dit artikel als PDF 14 februari 2020

Zorgaanbieders krijgen van rechter uitstekend handvat met het oog op tarieven voor huishoudelijke hulp.

Zorgaanbieders komen steeds vaker met succes op tegen de hoogte van tarieven die gemeenten of andere overheden hanteren bij de inkoop van zorg. In een recente blog schreef ik over twee uitspraken in kort geding over de tarieven bij de inkoop van jeugdzorg. Op 21 januari 2020 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan over de hoogte van tarieven voor de hulp bij het huishouden. Het hof vindt dat de betrokken gemeenten onrechtmatig hebben gehandeld door geen reële tarieven te hanteren. Deze uitspraak is van groot belang voor zorgaanbieders met het oog op hun onderhandelingen met gemeenten.

Thuiszorg
Gemeenten zijn ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verantwoordelijk voor de inkoop van huishoudelijke hulp. Zij organiseren vaak per regio inkoopprocedures. Die inkoop wordt vaak geregeld via een zogenaamde Open House procedure. Dat is een systeem van afspraken waarin gemeenten kunnen contracteren met zorgaanbieders zonder een aanbestedingsprocedure te hoeven organiseren. Er worden overeenkomsten gesloten met iedere aanbieder die zich ertoe verbindt om de zorgvoorzieningen te leveren tegen vooraf vastgestelde prijs- en kwaliteitsvoorwaarden.

In juni 2017 is in op de Wmo gebaseerde Algemene Maatregel van Bestuur in werking getreden, het AMvB Reële prijs Wmo (“de AMvB”). Dit besluit heeft als doel dat een gemeente een reële prijs betaalt voor een Wmo-dienst, waarmee de aanbieder kan voldoen aan de gemeentelijke eisen aan de kwaliteit en continuïteit van de dienst en de aanbieder kan voldoen aan de arbeidsrechtelijke verplichtingen aan de beroepskracht die de dienst verleent. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in dit kader ingestemd met een door brancheverenging Actiz ontwikkelde rekentool voor het vaststellen van de kosten en het tarief (hierna: “de rekentool”). Hiermee zijn echter niet alle problemen voorkomen, zo laat ook de zaak in de regio Gooi- en Vechtstreek zien.

Regio Gooi- en Vechtstreek
Acht gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek hebben in 2016 een Open House procedure gevoerd voor de jaren 2017 en 2018. Zorgaanbieder Thuiszorg Gooi- en Vechtstreek Service B.V. (“TGVS”) kon niet akkoord gaan met de tarieven en is toen een kort geding gestart tegen de gemeenten. Zij vorderde dat de gemeenten werd verboden een ander tarief te hanteren dan de door TGVS genoemde. In dat kort geding, dat is gevoerd vóór invoering van de AMvB, kreeg TGVS nog ongelijk.

Voor de jaren 2019 en 2020 heeft de regio een nieuwe Open House procedure gevoerd. De tarieven en toe te passen indexering lagen wederom vast, waarbij ook de mogelijkheid van een extra indexering was ingebouwd in verband met de effectuering van de AMvB. TGVS maakt hiertegen bezwaar, dat door de gemeenten naast zich neer wordt gelegd. Hierop dient Actiz een klacht in bij de zogenaamde Regiegroep AMvB Reële prijs Wmo. Deze regiegroep komt niet tot een eensluidend oordeel over de klacht. Het Ministerie van VWS, dat ook in de regiegroep zat, oordeelt vervolgens in april 2019 dat voor haar niet vaststaat dat de gemeente de AMvB niet goed hebben toegepast. TGVS start daarop een kort geding tegen de gemeenten, waarin zij vordert dat de gemeenten met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019 een reële prijs moeten vaststellen die minimaal een stijging van 11,3 % ten opzichte van het door de gemeenten vastgestelde tarief zou moeten inhouden. Tevens vordert TGVS dat een onafhankelijke registeraccountant aan de hand van de rekentool een kostenonderzoek moet uitvoeren op het prijspeil 2019. De Voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland wijst de vorderingen van TGVS bij vonnis van 15 juli 2019 af. De rechter vindt dat TGVS haar stelling dat de CAO onvoldoende in de tarieven is meegenomen beter had moeten onderbouwen. Ook oordeelt de rechter dat er geen wettelijke verplichting bestaat ten aanzien van het gebruik van de rekentool. TGVS gaat tegen dit oordeel met succes in hoger beroep.

Oordeel gerechtshof
In zijn arrest van 11 januari 2020 oordeelt het hof dat TGVS voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de gemeenten in strijd hebben gehandeld met de wettelijke verplichting om reële prijzen te hanteren. TGVS heeft uitvoerig toegelicht dat de door de gemeenten vastgestelde prijzen niet reëel zijn omdat de Cao-VVT daar onvoldoende in is verdisconteerd, dat onvoldoende rekening is gehouden met de invoering van de HbH-loonschalen en niet alle kostenposten in het tarief zijn verwerkt die volgens de Wmo moeten worden meegenomen. Meer in het bijzonder is geen of onvoldoende rekening gehouden met reistijd van medewerkers, niet-productieve uren als gevolg van ziekte, verlof of scholing en overheadkosten. Daartegenover hebben de gemeenten onvoldoende inzichtelijk gemaakt op welke wijze zij tot de vastgestelde prijzen zijn gekomen. Het hof overweegt ook nog dat het gebruik van de rekentool weliswaar niet wettelijk verplicht is, maar dat dit instrument wel een objectiveerbaar middel is om tot vaststelling van reële prijzen te komen. Nu de gemeenten de prijzen niet zelf op inzichtelijke en controleerbare wijze hebben vastgesteld, zoekt het hof aansluiting bij de rekentool.

Conclusie is dat het hof de uitspraak in eerste aanleg vernietigt. De gemeenten worden veroordeeld om binnen twee maanden een onafhankelijke registeraccountant aan de hand van de rekentool een kostenonderzoek op het prijspeil 2019 voor de tarieven 2019 in de regio te laten uitvoeren met inachtneming van de AMvB.

Commentaar
Deze uitspraak geeft zorgaanbieders, specifiek die in de thuiszorg, een uitstekend handvat voor hun onderhandelingen met gemeenten over de tarieven die gemeenten op basis van de AMvB moeten hanteren. Het gaat immers om de werking van de AMvB en om de indexatie van lonen in de sector. Het zal niet de laatste rechtszaak over tarieven zijn, maar het lijkt logisch te veronderstellen dat partijen met deze uitspraak in de hand eerder tot overeenstemming zouden moeten kunnen komen over reële prijzen.


Wilt u meer weten over deze blog, dan kunt u contact opnemen met Boudewijn Cremers van ons brancheteam Zorg.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).