Download dit artikel als PDF 08 oktober 2019

Aangescherpte bouwregels voor de beoordeling van vloeren brengen grote kosten met zich mee

In mei 2017 is de toen nog in aanbouw zijnde parkeergarage naast Eindhoven Airport zonder enige aanleiding ingestort. Uit onderzoek is gebleken dat de instorting te wijten is aan een technische fout in de vloerplaten van de parkeergarage. Het type vloer dat in de parkeergarage is gebruikt (de zogenaamde ‘breedplaatvloer’), is sinds het jaar 2000 veel toegepast in kantoren en parkeergarages en ziekenhuizen. Naar aanleiding van het instorten van de Eindhovense parkeergarage liggen alle gebouwen met deze vloeren onder de loep.

Aangescherpte bouwregels

Het ministerie van Binnenlandse Zaken wil dat honderden bestaande gebouwen met een breedplaatvloer opnieuw worden beoordeeld op veiligheid. Hiervoor zijn in mei een nieuw stappenplan en nieuwe rekenregels opgesteld waarmee gebouwen met breedplaatvloeren definitief beoordeeld kunnen worden. Volgens de nieuwe regels zullen een groot aantal gebouwen beoordeeld moeten worden. Dit in tegenstelling tot de aanbevelingen die kort na de instorting van de Eindhovense parkeergarage zijn rondgestuurd. In die voorlopige aanbevelingen stond namelijk dat ten aanzien van gebouwen met breedplaatvloeren waarvan de onderste platen waren ‘opgeruwd’ nog niet direct maatregelen hoefden te worden genomen. Ook de gebouwen met breedplaatvloeren die uit traditioneel beton (in plaats van zelfverdichtend beton) waren gemaakt konden volgens de eerste aanbevelingen nog wel even wachten op maatregelen. Volgens de nieuwe regels dienen al deze gebouwen echter binnen afzienbare tijd opnieuw te worden onderzocht.

Om de beoordeling van de gebouwen te bespoedigen, heeft het ministerie een onderzoeksplicht uitgewerkt voor gebouweigenaren. Deze onderzoeksplicht wordt gefaseerd ingevoerd. Gebouwen hoger dan 70 meter en gebouwen met verminderd zelfredzame personen zoals ziekenhuizen, krijgen de hoogste prioriteit. Deze gebouwen moeten zijn gekeurd op veiligheid vóór 1 januari 2021. Hierna volgen de andere gebouwen. Uiteindelijk zullen alle gebouwen met breedplaatvloeren moeten voldoen aan de regels uit het Bouwbesluit. Gebouweigenaren die weigeren mee te werken lopen het risico dat hun pand onbruikbaar wordt verklaard.

Gevolgen voor eigenaren en huurders

Op dit moment staat nog niet vast om hoeveel gebouwen het precies gaat. Wel is duidelijk dat zowel eigenaren als gebruikers van de gebouwen worden getroffen. Omdat het herstel verplicht is en relatief gezien snel moet gebeuren, wordt verwacht dat er hoge kosten mee gepaard zullen gaan. Daarnaast is het de vraag of gebruikers hun gebouw na herstel op de oude manier kunnen/mogen blijven gebruiken. Dit was onder andere het geval bij het gebouw van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Den Haag, waar gebruikers de vloer minder zwaar mogen belasten en op sommige verdiepingen zelfs ruimtes volledig zijn afgezet.

Wie draait op voor de kosten?

Naar schatting loopt de schade op tot in de miljoenen. De vraag is dan ook wie er uiteindelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor deze kosten. Op grond van de wet is een aannemer tot twintig jaar na oplevering aansprakelijk voor een ondeugdelijke uitvoering van het werk, die te wijten is aan gebreken of ongeschiktheid van door de aannemer gebruikte materialen of hulpmiddelen. Daarnaast kan een aannemer aansprakelijk worden gesteld voor gebreken die bij hem bekend waren maar die heeft verzwegen. Echter is het maar de vraag of het de aannemer verweten kan worden dat hij niet op de hoogte was van de mogelijke problemen met de breedplaatvloeren. Daarbij kan het zelfs zo zijn dat wanneer de aannemer kan aantonen dat de problemen te wijten zijn aan het ontwerp van de opdrachtgever, de opdrachtgever zelf aansprakelijk is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer in het ontwerp van de opdrachtgever de betreffende vloeren worden voorgeschreven.

Bovendien moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de wettelijke verjaringstermijn in sommige gevallen contractueel kan worden uitgesloten of beperkt. Het zal dus per contract verschillen wie de herstelkosten zal moeten gaan betalen. Vooral wanneer het gaat om oudere gebouwen. In dat geval zal de eigenaar van het gebouw vaak zelf moeten opdraaien voor de kosten, omdat de aannemer op grond van een standaard contract in de bouw vaak slechts aansprakelijk is tot tien jaar na oplevering.

 

Wilt u meer weten over deze blog? Dan kunt u contact opnemen met Carolijn Slegers of met één van onze teamleden van het brancheteam Bouw.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in. (Lees onze disclaimer).