Download dit artikel als PDF 11 juni 2020

Monitors contractering NZa: huisartsenzorg

Op verzoek van diverse partijen monitort de NZa globaal de landelijke afspraken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars in verschillende sectoren binnen de zorg. Jaarlijks brengt zij daar verslag van uit. Dit jaar werden de monitors vlak voor de uitbraak van het coronavirus gepubliceerd. In meerdere blogs bespreken wij per afzonderlijk onderdeel de monitor. Zo staan wij stil bij de paramedische zorg, de GGZ, de wijkverpleging. Dit keer bespreken wij de huisartsenzorg.

Belangrijkste bevindingen NZa
Huisartsen zijn een spil in de Nederlandse gezondheidszorg. Toegankelijkheid van de huisarts voor iedereen, nu in de toekomst, is enorm belangrijk. Er wordt ingezet op meer ondersteunend personeel en digitale zorg op afstand. De uitgaven voor huisartsenzorg nemen toe, maar er is ruimte voor groei. In goed onderling overleg moet worden bepaald waar investeringen wenselijk en noodzakelijk zijn. Er wordt meer geïnvesteerd in de relatie verzekeraar-aanbieder, waardoor er ook minder escalatie was in de fase van contractering.

Regionaal samenwerkingsverband
Om regionaal samenhangende zorg in te kopen is ook een regionaal samenwerkingsverband met mandaat nodig. Deze aanbieders verbinden zich aan een gezamenlijke richting. Er is een grote spreiding in de mate waarin huisartsen zich georganiseerd hebben in regionale organisaties. Tevens is er grote variatie in de 'slagkracht' van deze organisaties. Deze grote regionale verschillen zijn ook terug te zien in de uitgaven voor organisatie en infrastructuur. Als zorgverzekeraars twijfelen aan de slagkracht van een samenwerkingsverband, zijn ze terughoudend om te investeren in regioplannen. Aanbieders dragen dan het tegenargument aan dat ze niet aan een krachtige organisatie kunnen bouwen als zorgverzekeraars er niet in investeren. Er zijn zeker regio's waar de slagkracht van het samenwerkingsverband duidelijk is. Hier zien we dat de uitwerking van de regioplannen soepeler verloopt. Dit geldt vervolgens ook voor de totstandkoming van het budget voor de hieraan gekoppelde ondersteuning van de zorgaanbieders.

Regioplan
Dat het mandaat van het samenwerkingsverband niet overal sterk is, komt ook tot uiting in de geluiden vanuit de huisartsenpraktijken. Het is verontrustend dat voor individuele aanbieders de toegevoegde waarde van de regio-organisatie regelmatig niet duidelijk is. Als individuele praktijken niet op de hoogte zijn van het regioplan, waaruit de koers van de regio-organisatie volgt, heeft een regioplan weinig kans van slagen. Dit geldt ook als individuele praktijken (nog) weinig ondersteuning ervaren van de regio-organisatie. Een regioplan is geen blauwdruk en kent vele verschijningsvormen. Het regioplan moet echter wel altijd gedragen en uitgevoerd kunnen worden door de individuele zorgaanbieders in de regio.

Er is meer multidisciplinaire zorg (en afstemming) in de regio’s nodig. De inspanning op het verbeteren van organisatie en infrastructuur binnen de eerste lijn richt zich vooral op de huisartspraktijk. Een sterke eerste lijn draait om meer dan enkel de huisartspraktijk. Meer zorgaanbieders binnen de eerste lijn hebben baat bij een sterke ondersteuning en infrastructuur. Er zijn nog te weinig voorbeelden waarbij de regio-organisatie zich breder inzet dan ondersteuning van de huisartsenpraktijk. De NZa acht dit een risicovolle ontwikkeling.

Aanbevelingen
De Nza doet een aantal aanbevelingen, die wij hieronder puntsgewijs benoemen:

  1. Blijf wederzijds investeren in de onderlinge relatie, met specifieke aandacht voor het helder maken van elkaars verwachtingen al vroeg in het traject.
  2. Verdere inzet op communicatie richting en draagvlak vanuit huisartsenpraktijken over regionale afspraken is nodig. Dit moet een taak zijn van het samenwerkingsverband, maar ook de zorgverzekeraar kan hier een rol spelen om de slagingskans van de uitvoering van de regioplannen te vergroten.
  3. Inzet op totstandkoming en versterking van regiostructuren. Houd bij dergelijke hervormingen echter goed in het oog dat ook inhoudelijk reeds goed lopende trajecten binnen de nieuwe regiostructuur geborgd blijven. Dit geldt met name voor kleinschaliger initiatieven op wijkniveau. Zowel de zorgverzekeraar als de regio-organisatie kunnen hier zowel financieel als inhoudelijk in de afspraken meer op sturen.
  4. Regio-organisaties stemmen multidisciplinair af maar zijn veelal monodisciplinair rondom de huisartsenzorg ingericht. Om juiste zorg op de juiste plek de ruimte te geven is behoefte aan bredere multidisciplinaire afstemming en ondersteuning in de regio. Dit kan breder dan enkel de huisartsenzorg. We moeten waken voor het optuigen van een versplinterde regionale ondersteuning en infrastructuur. Ook hier kunnen door zowel zorgverzekeraars als regio-organisaties meer inhoudelijk sturing aan gegeven worden in de inkoop op regio en wijkniveau.
  5. Veel van de door zorgaanbieders geuite frustraties liggen niet zozeer in 'het contract', maar in de dagelijkse problemen rondom werkdruk en doorstroom van patiënten naar andere domeinen. Hier ligt een belangrijk deel van de oplossing buiten dat wat met een individuele huisarts overeengekomen kan worden. Ook bij de zorgverzekeraars is sprake van verzuiling binnen de inkoop. Als de regioplannen over de schotten van de huisartsen worden gevormd, moet ook zorginkoop multidisciplinair samenhangen.
  6. Aanbieders ervaren administratieve lasten als gevolg van verzekeraars die elkaars contract niet volgen als zeer storend. Dat geldt ook voor administratieve lasten bij huisartsen en huisartsenorganisaties als gevolg van selectief inkoopbeleid in andere domeinen. In beide situaties is het inkoopbeleid mogelijk verdedigbaar, maar houd oog voor de redelijkheid van de lasten die dit een huisarts brengt.
  7. Aan zorgverzekeraars: weeg zorgvuldig af of voor bepaalde initiatieven de incidentele/projectmatige financiering uit projectpotten gehaald moeten worden. Incidentele of projectmatige financiering uit projectpotten geeft aan aanbieders niet het signaal dat de inspanningen op lange termijn geborgd zijn.


Wijkverpleging
Zoals gezegd bespreken wij voor u middels deze blogs in het kort een aantal onderdelen die in NZa monitors contractering naar voren komen. De volgende keer staat de wijkverpleging centraal.


Wilt u meer weten over de NZa-monitors? Neem dan contact op met Boudewijn Cremers of één van de andere leden van ons brancheteam Zorg.

Deze blog bevat algemene informatie en is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven. Juridisch advies is echter altijd maatwerk. Wint u dus in een voorkomend geval altijd deskundig juridisch advies in (Lees onze disclaimer).